Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. basis:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor basis (Engels) in het Zweeds

basis:

basis [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the basis
    botten; bas
    • botten zelfstandig naamwoord
    • bas [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the basis (basic thought; principle; initial concept; )
    grund tanken
  3. the basis (starting point; basic assumption; basic principle; )
    bas; grundförutsättning; startpunkt
  4. the basis (basic assumption; starting point; basic principle; fundamental idea)
    utgångspunkt

basis

  1. basis (grounds)
  2. basis

Vertaal Matrix voor basis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bas basic assumption; basic principle; basis; motivation; point of departure; principle; starting point basal area; base; basic element; basic material; element; foreman; foundation; lower part; radix; raw material; substructure
botten basis bottom; low; lower side; underside
grund tanken basic rule; basic thought; basis; fundamental idea; initial concept; principle; rule of life
grundförutsättning basic assumption; basic principle; basis; motivation; point of departure; principle; starting point
startpunkt basic assumption; basic principle; basis; motivation; point of departure; principle; starting point begin point; entry point; indication; jumping off point; lead; pointer; starting point; suggestion
utgångspunkt basic assumption; basic principle; basis; fundamental idea; starting point indication; lead; pointer; starting point; suggestion; take-off
- base; cornerstone; footing; foundation; fundament; ground; groundwork
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
basis basis
hållpunkt basis; grounds

Synoniemen voor "basis":


Verwante definities voor "basis":

  1. the fundamental assumptions from which something is begun or developed or calculated or explained1
    • the whole argument rested on a basis of conjecture1
  2. a relation that provides the foundation for something1
    • he worked on an interim basis1
  3. the most important or necessary part of something1
    • the basis of this drink is orange juice1

Wiktionary: basis

basis
noun
  1. linearly independent set of vectors
    • basisbas
  2. starting point for an argument

Cross Translation:
FromToVia
basis grundval; grund; basis Grundlage — etwas (bereits Vorhandenes), auf das man etwas aufbauen oder von dem aus man etwas weiterentwickeln kann. Wesentlicher Bestandteil (einer Idee, Theorie, Lehre)

Verwante vertalingen van basis