Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aptitude:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor aptitude (Engels) in het Zweeds

aptitude:

aptitude [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the aptitude (talent; capacity; ingenuity; )
    begåvelse; talang; möjlighet

Vertaal Matrix voor aptitude:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begåvelse ability; aptitude; capacity; gift; ingenuity; natural ability; talent
möjlighet ability; aptitude; capacity; gift; ingenuity; natural ability; talent chance; opportunity; possibility
talang ability; aptitude; capacity; gift; ingenuity; natural ability; talent aptitudes; faculty; talents
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
talang gifted; talented

Verwante woorden van "aptitude":


Synoniemen voor "aptitude":


Antoniemen van "aptitude":

  • inaptitude

Verwante definities voor "aptitude":

  1. inherent ability1

Wiktionary: aptitude


Cross Translation:
FromToVia
aptitude fallenhet; skicklighet aptitude — Capacité, compétence, disposition naturelle à faire quelque chose.
aptitude intelligens intelligencefaculté de comprendre, de ne pas se méprendre sur le sens des mots, la nature des choses et la signification des faits.

Verwante vertalingen van aptitude