Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. agitators:
  2. agitator:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor agitators (Engels) in het Zweeds

agitators:

agitators [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the agitators
    agitatörer
  2. the agitators (instigators)
    anstiftare

Vertaal Matrix voor agitators:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agitatörer agitators
anstiftare agitators; instigators bell-wether; cock of the walk; founder; instigator; instigators; prompter; ringleader; ringleaders

Verwante woorden van "agitators":


agitator:

agitator [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the agitator (firebrand; instigator)
    rebell; provokatör; uppviglare; hetsare; orosstiftare
  2. the agitator (rebel; rioter; mutineer)
    rebell
    • rebell [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the agitator
    agitator; uppviglare; orosstiftare
  4. the agitator
    agitator
  5. the agitator (instigator)
    agitator; uppviglare

agitator

  1. agitator (rabid radical)

Vertaal Matrix voor agitator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agitator agitator; instigator
hetsare agitator; firebrand; instigator baiter
orosstiftare agitator; firebrand; instigator disturber of the peace; firebrands; noisy fellow; peace-breaker; rioter; roisterer; rowdy; troublemaker
provokatör agitator; firebrand; instigator
rebell agitator; firebrand; instigator; mutineer; rebel; rioter insurgent; rebel; revolutionary
uppviglare agitator; firebrand; instigator firebrands; rabble; scum
- fomenter
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
rabulist agitator; rabid radical

Verwante woorden van "agitator":


Synoniemen voor "agitator":


Verwante definities voor "agitator":

  1. one who agitates; a political troublemaker1

Wiktionary: agitator

agitator
noun
  1. one who agitates

Cross Translation:
FromToVia
agitator orostifare; uppviglare agitateur — Celui qui agiter une assemblée, une foule, en vue d’y causer du trouble.