Affairs in het Zweeds vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

affairs:
- affärer; angelägenheter
affair:
- händelse; angelägenhet; sak; affär; förhållande; liaison; förbindelse; bindning; nära samband; affärer
Wiktionary:
- affair → förhållande, snedsprång, vänsterprassel, affär, göromål, sak, process, mål, äventyr, orsak

Engels

Uitgebreide vertaling voor affairs (Engels) in het Zweeds

affairs:

affairs [the ~] zelfstandig naamwoord

the affairs (business; matters)
affärer; angelägenheter
- affärer zelfstandig naamwoord
- angelägenheter zelfstandig naamwoord
the affairs
affärer
- affärer zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor affairs:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
affärer	affairs; business; matters	affair; business; commerce; economic life; trade; trade and industry
angelägenheter	affairs; business; matters	concerns; consternations; fears
-	personal business; personal matters

Verwante woorden van "affairs":

affair

Synoniemen voor "affairs":

personal business; personal matters; concern
transaction; dealing; dealings

Verwante definities voor "affairs":

transactions of professional or public interest¹
- news of current affairs¹
- great affairs of state¹
matters of personal concern¹
- get his affairs in order¹

affairs vorm van affair:

affair [the ~] zelfstandig naamwoord

the affair (event; occurrence; matter; occasion; business)
händelse
- händelse [-en] zelfstandig naamwoord
the affair (matter; business; case)
angelägenhet; sak; affär
- angelägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- sak [-en] zelfstandig naamwoord
- affär [-en] zelfstandig naamwoord
the affair (liaison; junction; combination; connection; linking; union)
förhållande; liaison; förbindelse; bindning; nära samband
- förhållande [-ett] zelfstandig naamwoord
- liaison zelfstandig naamwoord
- förbindelse [-en] zelfstandig naamwoord
- bindning [-en] zelfstandig naamwoord
- nära samband zelfstandig naamwoord
the affair
affärer
- affärer zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor affair:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
affär	affair; business; case; matter	bargain; deal; sale; shop; shop-space; transaction
affärer	affair	affairs; business; commerce; economic life; matters; trade; trade and industry
angelägenhet	affair; business; case; matter	case; issue; question; urgency
bindning	affair; combination; connection; junction; liaison; linking; union	binding; bound
förbindelse	affair; combination; connection; junction; liaison; linking; union	alliance; association; bond; brotherhood; combination; connection; contact; draglink; intercourse; junction; junctions; liaison; line; link; linkage; linking; linking together; relation; relationship; relative context; telephone connection; union
förhållande	affair; combination; connection; junction; liaison; linking; union	alliance; association; bond; connection; junction; liaison; link; relation; relationship
händelse	affair; business; event; matter; occasion; occurrence	event; happening; happenings; history; incident; incidents; occurrings; passings; program event; taking place
liaison	affair; combination; connection; junction; liaison; linking; union
nära samband	affair; combination; connection; junction; liaison; linking; union
sak	affair; business; case; matter	case; cause; issue; matter; question
-	affaire; amour; function; intimacy; involvement; liaison; matter; occasion; social function; social occasion; thing

Verwante woorden van "affair":

affairs

Synoniemen voor "affair":

matter; thing; concern
affaire; intimacy; liaison; involvement; amour; sexual relationship
occasion; social occasion; function; social function; social event

Verwante definities voor "affair":

a vaguely specified concern¹
- it is none of your affair¹
a vaguely specified social event¹
- the party was quite an affair¹
a usually secretive or illicit sexual relationship¹

Wiktionary: affair

Cross Translation:

From	To	Via
• affair	→ förhållande	↔ Beziehung — Verhältnis, in dem Menschen oder Organisationen zueinander stehen
• affair	→ snedsprång; vänsterprassel	↔ Seitensprung — übertragen: eine kurze, episodenhafte sexuelle Beziehung, die jemand mit einem anderen als dem festen Partner eingeht
• affair	→ affär	↔ Affäre — skandalöses Vorkommnis, peinliche Angelegenheit
• affair	→ göromål	↔ affaire — sujet de quelque occupation
• affair	→ affär; sak	↔ affaire — choses qu’on a à discuter, à démêler avec quelqu’un
• affair	→ process; mål	↔ affaire — droit\|nocat=1 cas traité par la justice
• affair	→ äventyr	↔ aventure — Ce qui arriver d’inopiné, d’extraordinaire à quelqu’un.
• affair	→ affär; sak; orsak	↔ cause — Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van affairs

Remove Ads

Vertaal affairs van Engels naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor affairs (Engels) in het Zweeds

affairs:

affairs [the ~] zelfstandig naamwoord

the affairs (business; matters)

the affairs

Vertaal Matrix voor affairs:

Verwante woorden van "affairs":

Synoniemen voor "affairs":

Verwante definities voor "affairs":

affairs vorm van affair:

affair [the ~] zelfstandig naamwoord

the affair (event; occurrence; matter; occasion; business)

the affair (matter; business; case)

the affair (liaison; junction; combination; connection; linking; union)

the affair

Vertaal Matrix voor affair:

Verwante woorden van "affair":

Synoniemen voor "affair":

Verwante definities voor "affair":

Wiktionary: affair

Verwante vertalingen van affairs