Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. son:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor Son (Engels) in het Zweeds

Son vorm van son:

son [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the son
    son
    • son [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the son (kid)
    kille; grabb
    • kille [-en] zelfstandig naamwoord
    • grabb [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor son:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grabb kid; son bloke; boy; chap; fellow; guy; lad; man; young man; youngster; youth
kille kid; son bloke; chap; fellow; guy; lad; little boy; little chap; man
son son
- boy

Verwante woorden van "son":


Synoniemen voor "son":

  • boy; male offspring; man-child
  • Son; Word; Logos; hypostasis; hypostasis of Christ

Antoniemen van "son":


Verwante definities voor "son":

  1. a male human offspring1
    • their son became a famous judge1

Wiktionary: son

son
noun
  1. a male person in relation to his parents
  2. -

Cross Translation:
FromToVia
son son Sohn — männlicher, direkter Nachkomme
son son zoon — een mannelijk kind
son son fils — Tout être humain du sexe masculin considéré par rapport à son père et à sa mère, ou à un des deux seulement.

Son:


Vertaal Matrix voor Son:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Logos; Word

Verwante definities voor "Son":

  1. the divine word of God; the second person in the Trinity (incarnate in Jesus)1

Verwante vertalingen van Son