Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fussbudget:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fussbudget (Engels) in het Zweeds

fussbudget:

fussbudget [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fussbudget (show-off)
    skrytmåns; skrävlare

Vertaal Matrix voor fussbudget:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skrytmåns fussbudget; show-off boaster; braggart; swaggerer; swank-pot; tinhorn; windbag; yapper
skrävlare fussbudget; show-off big mouth; boaster; bouncer; braggart; noisy fellows; roisterers; swaggerer; swank-pot; swanks; windbag; yapper

Verwante woorden van "fussbudget":

  • fussbudgets

Wiktionary: fussbudget

fussbudget
noun
  1. One who complains a lot, especially about unimportant matters

fuss-budget:


Vertaal Matrix voor fuss-budget:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- fusspot; worrier; worrywart

Synoniemen voor "fuss-budget":


Verwante definities voor "fuss-budget":

  1. thinks about unfortunate things that might happen1