Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. elf:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor elf (Engels) in het Zweeds

elf:

elf [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the elf
    alf; älva
    • alf [-en] zelfstandig naamwoord
    • älva [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor elf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alf elf
älva elf fairy; fay
- brownie; gremlin; hob; imp; pixie; pixy

Verwante woorden van "elf":

  • elves

Synoniemen voor "elf":

  • hob; gremlin; pixie; pixy; brownie; imp; fairy; faery; faerie; fay; sprite
  • extremely low frequency; ELF; radio frequency

Verwante definities voor "elf":

  1. (folklore) fairies that are somewhat mischievous1

Wiktionary: elf

elf
noun
  1. a magical being

Cross Translation:
FromToVia
elf alf ElbeFabelwesen, Naturgeist
elf alv Elf — keltische und germanische Märchen- und Sagengestalt; Naturgeister mit guter oder schlechter Gesinnung
elf älva; tomte lutin — fanta|fr Petit démon ou esprit follet qui vient la nuit tourmenter les vivants.

ELF:


Vertaal Matrix voor ELF:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- extremely low frequency

Verwante definities voor "ELF":

  1. below 3 kilohertz1