Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. burglary:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor burglary (Engels) in het Zweeds

burglary:

burglary [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the burglary (break-in)
    bryta sig in
  2. the burglary (squatting; robbery; theft; break-in)
    ockupera

burglary

  1. burglary

Vertaal Matrix voor burglary:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bryta sig in break-in; burglary
ockupera break-in; burglary; robbery; squatting; theft squat
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bryta sig in break in; break into; break into a house; commit burglary; enter by force; force one's way in; invade; penetrate; rob
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
intjack burglary

Verwante woorden van "burglary":

  • burglaries

Synoniemen voor "burglary":


Verwante definities voor "burglary":

  1. entering a building unlawfully with intent to commit a felony or to steal valuable property1

Wiktionary: burglary

burglary
noun
  1. the crime of breaking into

Cross Translation:
FromToVia
burglary inbrott Einbruch — das Eindringen in eine Örtlichkeit mit räuberischen Absichten
burglary inbrottsstöld cambriolage — Action de cambrioler ou résultat

Verwante vertalingen van burglary