Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tumor:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tumör:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tumor (Engels) in het Zweeds

tumor:

tumor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

  1. the tumor (tumour; growth)
    – an abnormal new mass of tissue that serves no purpose 1
    tumör
    • tumör [-en] zelfstandig naamwoord

tumor Amerikaans

  1. tumor (tumour; tumefaction)
    – an abnormal new mass of tissue that serves no purpose 1

Vertaal Matrix voor tumor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tumör growth; tumor; tumour
- neoplasm; tumour
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
svulst tumefaction; tumor; tumour

Synoniemen voor "tumor":


Verwante definities voor "tumor":

  1. an abnormal new mass of tissue that serves no purpose1

Wiktionary: tumor

tumor
noun
  1. oncology, pathology: an abnormal growth

Verwante vertalingen van tumor



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tumor (Zweeds) in het Engels

tumör:

tumör [-en] zelfstandig naamwoord

  1. tumör
    the tumour; the tumor
    – an abnormal new mass of tissue that serves no purpose 1
    • tumour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • tumor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    the growth
    • growth [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tumör:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
growth tumör expansion; fullvuxet tillstånd; förfining; kultivering; mognad; odling; tillsats; tilltagande; tillväxt; utveckling; växt; ökning
tumor tumör
tumour tumör
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
growth uppväxt
tumor svulst
tumour svulst

Wiktionary: tumör

tumör
noun
  1. oncology, pathology: an abnormal growth

Cross Translation:
FromToVia
tumör tumour tumor — een gezwel
tumör growth; tumo(u)r GeschwulstMedizin: Schwellung des Gewebes

Verwante vertalingen van tumor