Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kind:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kind:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor kind (Engels) in het Zweeds

kind:

kind [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the kind
    sort; slag
    • sort [-en] zelfstandig naamwoord
    • slag [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the kind (genre; type; category; )
    genre; stil
    • genre [-en] zelfstandig naamwoord
    • stil [-en] zelfstandig naamwoord

kind bijvoeglijk naamwoord

  1. kind (good-natured; benevolent; mild)
    – having or showing a tender and considerate and helpful nature; used especially of persons and their behavior 1
    hyggligt; välvillig; beskedlig; godsint; beskedligt; vänligt; välvilligt
  2. kind (friendly; kindly; obliging)
    vänlig; vänligt
  3. kind (in kind)
    i natura
  4. kind (kind-hearted; mild; benevolent; good-natured)
    hjärtvänlig; hjärtvänligt
  5. kind (amicable; amicably; friendly; kindly)
    vänskaplig; vänskapligt; vänlig; lugnt; milt; välvillig

Vertaal Matrix voor kind:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genre category; class; genre; kind; sort; style; type category; class; genre; type
hjärtvänlig benign character; goodness; kind-heartedness; mildness
slag kind belts; blow; buffer; bump; bumper; clips; clout; clouts; clump; jab; knock; lapel; nudge; plashing; punch; punches; push; shocks; shove; slap; sloshing; smack; thrust; wallop; wallops; whopper
sort kind brand; category; class; genre; name; type
stil category; class; genre; kind; sort; style; type allure; appearance; flair
- form; sort; variety
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- genial; tolerant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beskedlig benevolent; good-natured; kind; mild modest; unassuming; unpretentious
beskedligt benevolent; good-natured; kind; mild modest; unassuming; unpretentious
godsint benevolent; good-natured; kind; mild
hjärtvänlig benevolent; good-natured; kind; kind-hearted; mild
hjärtvänligt benevolent; good-natured; kind; kind-hearted; mild
hyggligt benevolent; good-natured; kind; mild easy-going; familiar
i natura in kind; kind
lugnt amicable; amicably; friendly; kind; kindly bluntly; calm; close; close by; coarse; collected; composed; cool; crude; equanimous; even; flat; flatly; in control; level; peaceful; placid; point blank; quiet; quietly; smooth; stable; steady; still; tranquil; uniform; unwavering; vulgar
milt amicable; amicably; friendly; kind; kindly bluntly; close; close by; coarse; crude; even; flat; flatly; gentle; level; point blank; smooth; uniform; unwavering; vulgar
välvillig amicable; amicably; benevolent; friendly; good-natured; kind; kindly; mild appealing; congenial; endearing; engaging; likable; nice; sympathetic; willingly; winsome
välvilligt benevolent; good-natured; kind; mild appealing; benevolent; congenial; endearing; engaging; likable; nice; sympathetic; well-doing; willing; willingly; winsome
vänlig amicable; amicably; friendly; kind; kindly; obliging affable; affectionate; amiable; benign; bland; cordial; courteous; courtly; friendly; genial; hearty; jovial; nice; pleasant; polite; taking; warm; warm-hearted
vänligt benevolent; friendly; good-natured; kind; kindly; mild; obliging affable; affectionate; amiable; amicable; benign; bland; brotherly; charming; cordial; courteous; courtly; fraternal; friendly; genial; hearty; jovial; lovable; lovely; nice; pleasant; polite; sweet; taking; warm; warm-hearted
vänskaplig amicable; amicably; friendly; kind; kindly
vänskapligt amicable; amicably; friendly; kind; kindly friendly

Verwante woorden van "kind":


Synoniemen voor "kind":


Antoniemen van "kind":


Verwante definities voor "kind":

  1. tolerant and forgiving under provocation1
    • our neighbor was very kind about the window our son broke1
  2. agreeable, conducive to comfort1
    • a dry climate kind to asthmatics1
    • hot summer pavements are anything but kind to the feet1
  3. having or showing a tender and considerate and helpful nature; used especially of persons and their behavior1
    • kind to sick patients1
    • a kind master1
    • kind words showing understanding and sympathy1
    • thanked her for her kind letter1
  4. a category of things distinguished by some common characteristic or quality1
    • what kinds of desserts are there?1

Wiktionary: kind

kind
adjective
  1. affectionate, nice
noun
  1. goods and services as payment
  2. type, race, category

Cross Translation:
FromToVia
kind typ; slag Gattung — eine Art im generellen Sinn
kind släkte Geschlechtantiquiert: Gattung, Art
kind sort Schlag — eine Sorte, eine Rasse
kind älskvärd liebenswürdigfreundlich und zuvorkommend
kind typ Artallgemein: eine Gruppe aus einer Gesamtheit, die sich durch besondere Merkmale auszeichnen
kind vänlig aardig — aangenaam in omgang
kind sort acabit — désuet|fr Décrit la nature, ou la bonne qualité ou mauvaise de certaines choses.
kind snäll; vänlig aimable — Qui mériter d’aimer.
kind godhjärtad; godmodig; svagsint débonnairebon, gentil, bienveillant.
kind sort genreensemble d’êtres, ou de choses, caractériser par un ou des traits communs.

Verwante vertalingen van kind



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kind (Zweeds) in het Engels

kind:

kind [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kind (fräckhet)
    the cheek
    • cheek [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kind:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cheek fräckhet; kind
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
cheek tilltagsenhet

Wiktionary: kind

kind
noun
  1. part of face

Cross Translation:
FromToVia
kind cheek wang — zijkant van het gezicht onder het oog
kind cheek; jowl Backe — einer der zwei Zwischenräume im Mund zwischen seitlichen Zähnen und der Schleimhaut außerhalb der Zähne (leer oder gefüllt)
kind cheek WangeAnatomie: äußere flache Hautpartie der Backe
kind cheek joue — Partie du visage

Verwante vertalingen van kind