Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. clarity:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor clarity (Engels) in het Zweeds

clarity:

clarity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the clarity (limpidity; clearness)
    skärpa; klarhet
    • skärpa [-en] zelfstandig naamwoord
    • klarhet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor clarity:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klarhet clarity; clearness; limpidity brightness; clearness; intelligibility; lucidity; luminosity; perspicuity
skärpa clarity; clearness; limpidity being in shape; bityness; cleverness; cunning; keenness; sagacity; sharpness; stringency; tightness
- clearness; limpidity; lucidity; lucidness; pellucidity; uncloudedness
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skärpa sharpen; tighten
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
åskådlighet clarity; clearness; perspicuity
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klarhet clear; clear sounding; ringing

Synoniemen voor "clarity":


Antoniemen van "clarity":


Verwante definities voor "clarity":

  1. the quality of clear water1
    • when she awoke the clarity was back in her eyes1
  2. free from obscurity and easy to understand; the comprehensibility of clear expression1

Wiktionary: clarity

clarity
noun
  1. the state or measure of being clear

Cross Translation:
FromToVia
clarity klarhet clartélumière, lueur.

Verwante vertalingen van clarity