Willingness: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

willingness:
- beredd; välvilja; hjälpsamhet; frivillighet; tjänstvillighet; beredvillighet; redobogenhet; villighet; beredskap
willing:
- fogligt; flexibelt; följsam; foglig; följsamt; villig; villigt; berett; välvilligt; snäll; snällt; sympatisk; sympatiskt; lydigt; följaktig; följaktigt; beredvillig; beredvilligt; tjänstvilligt; tjänstvillig
- redobogen; redoboget
Wiktionary:
- willingness → beredskap, insatsberedskap, vilja, viljekraft, viljeyttring, önskan
- willing → villig

Engels

Uitgebreide vertaling voor willingness (Engels) in het Zweeds

willingness:

willingness [the ~] zelfstandig naamwoord

the willingness (readiness; helpfulness)
beredd
- beredd zelfstandig naamwoord
the willingness (benevolence; affability; act of courtesy; kindness)
välvilja
- välvilja [-en] zelfstandig naamwoord
the willingness (helpfulness; willingness to help; readiness to help)
hjälpsamhet; frivillighet; tjänstvillighet; beredvillighet; redobogenhet; villighet
- hjälpsamhet [-en] zelfstandig naamwoord
- frivillighet zelfstandig naamwoord
- tjänstvillighet [-en] zelfstandig naamwoord
- beredvillighet [-en] zelfstandig naamwoord
- redobogenhet zelfstandig naamwoord
- villighet [-en] zelfstandig naamwoord
the willingness
frivillighet; tjänstvillighet; villighet
- frivillighet zelfstandig naamwoord
- tjänstvillighet [-en] zelfstandig naamwoord
- villighet [-en] zelfstandig naamwoord
the willingness (preparedness; readiness)
beredskap
- beredskap [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor willingness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beredd	helpfulness; readiness; willingness
beredskap	preparedness; readiness; willingness
beredvillighet	helpfulness; readiness to help; willingness; willingness to help	complaisance; compliance; subservience
frivillighet	helpfulness; readiness to help; willingness; willingness to help
hjälpsamhet	helpfulness; readiness to help; willingness; willingness to help
redobogenhet	helpfulness; readiness to help; willingness; willingness to help
tjänstvillighet	helpfulness; readiness to help; willingness; willingness to help	complaisance; compliance; courtesy; friendliness; kindness; modesty; obligingness; subservience
villighet	helpfulness; readiness to help; willingness; willingness to help
välvilja	act of courtesy; affability; benevolence; kindness; willingness	beneficence; benevolence; charitable institution; charity; grace; kindness; philanthropy; sympathy; well-doing
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beredd		prepared; ready for

Verwante definities voor "willingness":

cheerful compliance¹
- he expressed his willingness to help¹

Wiktionary: willingness

Cross Translation:

From	To	Via
• willingness	→ beredskap	↔ Bereitschaft — kein Plural: der Willen, eine anspruchsvolle Aufgabe zu erledigen
• willingness	→ insatsberedskap	↔ Einsatzbereitschaft — Zustand des Bereitseins für etwas
• willingness	→ vilja; viljekraft; viljeyttring; önskan	↔ volonté — faculté de vouloir, de se déterminer à quelque chose.

willing:

willing bijvoeglijk naamwoord

willing (accommodating; submissive; compliant; complaisant; tolerant; pliable; servient; yielding; obliging; tractable; flexible; simple to operate; ready)
fogligt; flexibelt; följsam; foglig; följsamt
- fogligt bijvoeglijk naamwoord
- flexibelt bijvoeglijk naamwoord
- följsam bijvoeglijk naamwoord
- foglig bijvoeglijk naamwoord
- följsamt bijvoeglijk naamwoord
willing (lenient; obliging; readiness; ready)
villig; villigt
- villig bijvoeglijk naamwoord
- villigt bijvoeglijk naamwoord
willing (ready)
villig; berett; villigt
- villig bijvoeglijk naamwoord
- berett bijvoeglijk naamwoord
- villigt bijvoeglijk naamwoord
willing (benevolent; sympathetic)
välvilligt; snäll; snällt; sympatisk; sympatiskt
- välvilligt bijvoeglijk naamwoord
- snäll bijvoeglijk naamwoord
- snällt bijvoeglijk naamwoord
- sympatisk bijvoeglijk naamwoord
- sympatiskt bijvoeglijk naamwoord
willing (obedient; submissive; docile; servient; cooperative; tractable)
lydigt; följaktig; följaktigt
- lydigt bijvoeglijk naamwoord
- följaktig bijvoeglijk naamwoord
- följaktigt bijvoeglijk naamwoord
willing (sympathetic)
villig; villigt; beredvillig; beredvilligt; tjänstvilligt
- villig bijvoeglijk naamwoord
- villigt bijvoeglijk naamwoord
- beredvillig bijvoeglijk naamwoord
- beredvilligt bijvoeglijk naamwoord
- tjänstvilligt bijvoeglijk naamwoord
willing (obliging; servient; tractable)
tjänstvillig; fogligt; foglig; följsamt; tjänstvilligt
- tjänstvillig bijvoeglijk naamwoord
- fogligt bijvoeglijk naamwoord
- foglig bijvoeglijk naamwoord
- följsamt bijvoeglijk naamwoord
- tjänstvilligt bijvoeglijk naamwoord

willing

willing (ready)
redobogen; redoboget
- redobogen
- redoboget

Vertaal Matrix voor willing:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	volition
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tjänstvillig		be obliging
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	uncoerced; unforced
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beredvilligt		readily; willingly
redobogen	ready; willing
redoboget	ready; willing
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beredvillig	sympathetic; willing	willingly
beredvilligt	sympathetic; willing	assistent; attentive; complaisant; helpful; obliging; willingly
berett	ready; willing	prepared; ready for
flexibelt	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding	flexible; plastic; pliable; supple
foglig	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding	amenable; calm; docile; humble; kneadable; malleable; meek; mouldable; plastic; pliable; resigned; slavishly; submissive; workable
fogligt	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding	amenable; calm; docile; humble; kneadable; malleable; meek; mouldable; plastic; pliable; resigned; slavishly; submissive; workable
följaktig	cooperative; docile; obedient; servient; submissive; tractable; willing
följaktigt	cooperative; docile; obedient; servient; submissive; tractable; willing
följsam	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding
följsamt	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding
lydigt	cooperative; docile; obedient; servient; submissive; tractable; willing	docile; meek; obedient; submissive
snäll	benevolent; sympathetic; willing
snällt	benevolent; sympathetic; willing
sympatisk	benevolent; sympathetic; willing
sympatiskt	benevolent; sympathetic; willing	appealing; congenial; endearing; engaging; likable; nice; sympathetic; winsome
tjänstvillig	obliging; servient; tractable; willing	assistent; attentive; complaisant; helpful; obliging
tjänstvilligt	obliging; servient; sympathetic; tractable; willing	assistent; attentive; complaisant; helpful; obliging
villig	lenient; obliging; readiness; ready; sympathetic; willing	most willingly; very gladly; very willingly
villigt	lenient; obliging; readiness; ready; sympathetic; willing
välvilligt	benevolent; sympathetic; willing	appealing; benevolent; congenial; endearing; engaging; good-natured; kind; likable; mild; nice; sympathetic; well-doing; willingly; winsome

Verwante woorden van "willing":

unwilling, willingness, willingest, willingly

Synoniemen voor "willing":

consenting; disposed; fain; inclined; prepared; glad; happy; ready; volitional; willing and able; compliant; voluntary
uncoerced; unforced; voluntary
volition; choice; selection; option; pick

Antoniemen van "willing":

unwilling

Verwante definities voor "willing":

not brought about by coercion or force¹
disposed or inclined toward¹
- a willing participant¹
- willing helpers¹
the act of making a choice¹

Wiktionary: willing

willing

adjective

ready to do something that is not a matter of course
- willing → villig

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van willingness

Remove Ads

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: willingness

Uitgebreide vertaling voor willingness (Engels) in het Zweeds

willingness:

willingness [the ~] zelfstandig naamwoord

the willingness (readiness; helpfulness)

the willingness (benevolence; affability; act of courtesy; kindness)

the willingness (helpfulness; willingness to help; readiness to help)

the willingness

the willingness (preparedness; readiness)

Vertaal Matrix voor willingness:

Verwante woorden van "willingness":

Synoniemen voor "willingness":

Antoniemen van "willingness":

Verwante definities voor "willingness":

Wiktionary: willingness

willing:

willing bijvoeglijk naamwoord

willing (accommodating; submissive; compliant; complaisant; tolerant; pliable; servient; yielding; obliging; tractable; flexible; simple to operate; ready)

willing (lenient; obliging; readiness; ready)

willing (ready)

willing (benevolent; sympathetic)

willing (obedient; submissive; docile; servient; cooperative; tractable)

willing (sympathetic)

willing (obliging; servient; tractable)

willing

willing (ready)

Vertaal Matrix voor willing:

Verwante woorden van "willing":

Synoniemen voor "willing":

Antoniemen van "willing":

Verwante definities voor "willing":

Wiktionary: willing

Verwante vertalingen van willingness