Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bastion:
  2. baste:
  3. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bastion:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bastion (Engels) in het Zweeds

bastion:

bastion [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bastion
    fort; fästning; bastion
    • fort zelfstandig naamwoord
    • fästning [-en] zelfstandig naamwoord
    • bastion [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the bastion (fortress; stronghold; fortification)
    fort; borg; bastilj
    • fort zelfstandig naamwoord
    • borg zelfstandig naamwoord
    • bastilj zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bastion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bastilj bastion; fortification; fortress; stronghold
bastion bastion
borg bastion; fortification; fortress; stronghold castle; château; citadel; fort; fortification; fortified building; fortress; knight's castle; stronghold
fort bastion; fortification; fortress; stronghold abstention; abstination; abstinence; citadel; fast; rapid
fästning bastion
- citadel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fort adroit; agile; brisk; clever; dexterous; expert; fast; fledged; handy; neat; nimble; quick; rapid; skilful; skillful; speedy; swift; very soon

Verwante woorden van "bastion":


Synoniemen voor "bastion":


Verwante definities voor "bastion":

  1. projecting part of a rampart or other fortification1
  2. a stronghold into which people could go for shelter during a battle1
  3. a group that defends a principle1
    • a bastion against corruption1
    • the last bastion of communism1

Wiktionary: bastion

bastion
noun
  1. well-fortified position
  2. projecting part of a rampart

Cross Translation:
FromToVia
bastion bastion Bastionauch übertragen: vorgezogener Verteidigungspunkt einer Festung

baste:

baste

  1. baste (tack)

Vertaal Matrix voor baste:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- basting; basting stitch; tacking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- batter; clobber; tack
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
tråckla baste; tack

Verwante woorden van "baste":


Synoniemen voor "baste":


Verwante definities voor "baste":

  1. a loose temporary sewing stitch to hold layers of fabric together1
  2. cover with liquid before cooking1
    • baste a roast1
  3. sew together loosely, with large stitches1
    • baste a hem1
  4. strike violently and repeatedly1

Wiktionary: baste


Cross Translation:
FromToVia
baste träda rijgen — met een naald een draad ergens doorvoeren
baste tråckla; häfta in; tråckla ihop; foga ihop; sätta samman einheften — Teile von Kleidung provisorisch mit weiten Stichen einnähen



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bastion (Zweeds) in het Engels

bastion:

bastion [-en] zelfstandig naamwoord

  1. bastion (fort; fästning)
    the bastion
    • bastion [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bastion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bastion bastion; fort; fästning bastilj; borg; fort

Wiktionary: bastion

bastion
noun
  1. projecting part of a rampart

Cross Translation:
FromToVia
bastion bastion Bastionauch übertragen: vorgezogener Verteidigungspunkt einer Festung