Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. strand:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. strand:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor strand (Engels) in het Zweeds

strand:

strand [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the strand
    sträng
    • sträng [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the strand (shore; bank)
    – the land along the edge of a body of water 1
    strand; kust
    • strand [-en] zelfstandig naamwoord
    • kust [-en] zelfstandig naamwoord

strand

  1. strand

Vertaal Matrix voor strand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kust bank; shore; strand coast
strand bank; shore; strand beach; sandy beach
sträng strand chain; chord; sequence; series; string
- chain; fibril; filament; string
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ground; maroon; run aground
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
kardel strand
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kust littoral
sträng exacting; inflexible; punish; rigorous; rough; severe; stern; stiff; strenuous; strict; stringent; unrelenting; unyielding

Verwante woorden van "strand":


Synoniemen voor "strand":


Verwante definities voor "strand":

  1. a necklace made by a stringing objects together1
    • a strand of pearls1
  2. line consisting of a complex of fibers or filaments that are twisted together to form a thread or a rope or a cable1
  3. a pattern forming a unity within a larger structural whole1
    • he tried to pick up the strands of his former life1
    • I could hear several melodic strands simultaneously1
  4. a poetic term for a shore (as the area periodically covered and uncovered by the tides)1
  5. a very slender natural or synthetic fiber1
  6. bring to the ground1
  7. drive (a vessel) ashore1
  8. leave stranded or isolated with little hope of rescue1

Wiktionary: strand

strand
noun
  1. beach

Strand:


Verwante definities voor "Strand":

  1. a street in west central London famous for its theaters and hotels1



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor strand (Zweeds) in het Engels

strand:

strand [-en] zelfstandig naamwoord

  1. strand (sandstrand)
    the beach; the sandy beach
  2. strand (kust)
    the shore; the strand
    – the land along the edge of a body of water 1
    • shore [the ~] zelfstandig naamwoord
    • strand [the ~] zelfstandig naamwoord
    the bank
    – sloping land (especially the slope beside a body of water) 1
    • bank [the ~] zelfstandig naamwoord
      • they pulled the canoe up on the bank1
      • he sat on the bank of the river and watched the currents1

Vertaal Matrix voor strand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bank kust; strand bank; handelsbanken; hänga; luta; vattensidan
beach sandstrand; strand
sandy beach sandstrand; strand
shore kust; strand bålverk; fast mark; kaj; landningsbrygga; skeppsbro; stöd; stötta; vattensidan
strand kust; strand sträng
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bank banka; göra en insättning; sätta in pengar på banken
shore backa upp; bära; hålla med; proppa; stödja; stötta; understödja
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
bank bankning; skevra; strandbrink
beach badstrand
strand kardel

Synoniemen voor "strand":


Wiktionary: strand

strand
noun
  1. edge of land meeting ocean, sea, gulf, bay
  2. sandy shore
  3. beach
  4. land adjoining a large body of water

Cross Translation:
FromToVia
strand beach strand — Strook land langs de kust
strand beach; shore; bank; border Gestadeveraltet: Ufer eines Flusses oder eines Meeres
strand shore; beach Strand — meist sandiger Übergang von Land zu Wasser
strand shore rivage — Partie de la terre qui borde la mer (sens général)
strand bank; shore; coast riveterrain qui border un fleuve, une rivière, un étang ou un lac.

Verwante vertalingen van strand