Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor excess (Engels) in het Zweeds

excess:

excess bijvoeglijk naamwoord

  1. excess (superfluous; surplus)
    onödig; onödigt; överflödigt

excess [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the excess (exuberance; overflow; profusion)
    överflod
  2. the excess (excrescence)
    omåttlighet; överdrift; excess; utsvävning; överflödighet
  3. the excess (lawlessness; debauchery; extravagance; dissipation; licentiousness)
    rättslöshet; laglöshet; lagstridighet
  4. the excess (splurge; extravagance)
    övermått; omåttlighet

Vertaal Matrix voor excess:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excess excess; excrescence
laglöshet debauchery; dissipation; excess; extravagance; lawlessness; licentiousness
lagstridighet debauchery; dissipation; excess; extravagance; lawlessness; licentiousness
omåttlighet excess; excrescence; extravagance; splurge
rättslöshet debauchery; dissipation; excess; extravagance; lawlessness; licentiousness
utsvävning excess; excrescence
överdrift excess; excrescence exaggeration; hyperbole; overstatement
överflod excess; exuberance; overflow; profusion
överflödighet excess; excrescence
överflödigt abundances; excesses
övermått excess; extravagance; splurge
- excessiveness; inordinateness; nimiety; overabundance; overindulgence; surfeit; surplus; surplusage
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- extra; redundant; spare; supererogatory; superfluous; supernumerary; surplus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onödig excess; superfluous; surplus needless; redundant; superfluous; unnecessary
onödigt excess; superfluous; surplus mindless; needless; redundant; senseless; superfluous; unnecessary; useless
överflödigt excess; superfluous; surplus exaggerated; excessive; exorbitant; extortionate; extravagant; flamboyant; needless; outrageous; overdone; prohibitive; redundant; superfluous; supernumerary; surplus; unnecessary

Verwante woorden van "excess":


Synoniemen voor "excess":


Verwante definities voor "excess":

  1. more than is needed, desired, or required1
    • trying to lose excess weight1
  2. excessive indulgence1
  3. immoderation as a consequence of going beyond sufficient or permitted limits1
  4. a quantity much larger than is needed1
  5. the state of being more than full1

Wiktionary: excess


Cross Translation:
FromToVia
excess utsvävning Ausschreitung — eine maßlose Handlung, Ausschweifung
excess excess Exzess — maßlose Übertreibung
excess ytterlighet; överdrift outranceexcès ; degré qui est au-delà des bornes habituelles.

Verwante vertalingen van excess



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor excess (Zweeds) in het Engels

excess:

excess [-en] zelfstandig naamwoord

  1. excess (omåttlighet; överdrift; utsvävning; överflödighet)
    the excess; the excrescence

Vertaal Matrix voor excess:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excess excess; omåttlighet; utsvävning; överdrift; överflödighet laglöshet; lagstridighet; omåttlighet; rättslöshet; överflod; övermått
excrescence excess; omåttlighet; utsvävning; överdrift; överflödighet
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excess onödig; onödigt; överflödigt

Wiktionary: excess


Cross Translation:
FromToVia
excess excess Exzess — maßlose Übertreibung