Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. snail:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor snail (Engels) in het Zweeds

snail:

snail [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the snail (helix)
    snigel
    • snigel [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the snail (dawdler; laggard; slowpoke; slowcoach; loiterer)
    trögis
  3. the snail (good-for-nothing; slacker; yellowbelly; )
    odugling

Vertaal Matrix voor snail:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
odugling good-for-nothing; lazybones; loiterer; slacker; slowcoach; slowpoke; sluggard; snail; wretch; wretched fellow; yellowbelly drip; dud; lemon
snigel helix; snail
trögis dawdler; laggard; loiterer; slowcoach; slowpoke; snail dolt; idiot; ninny; nitwit; silly thing; simpleton
- escargot

Verwante woorden van "snail":

  • snails

Synoniemen voor "snail":


Verwante definities voor "snail":

  1. freshwater or marine or terrestrial gastropod mollusk usually having an external enclosing spiral shell1
  2. edible terrestrial snail usually served in the shell with a sauce of melted butter and garlic1
  3. gather snails1
    • We went snailing in the summer1

Wiktionary: snail

snail
noun
  1. any animal of the class Gastropoda having a shell

Cross Translation:
FromToVia
snail snigel; snäcka escargot — Animal
snail snäcka limaçonmollusque gastéropode, dont le corps est dans une coquille en forme d’hélice.

Verwante vertalingen van snail