Egg: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

egg:
- ägg
- hetsa
Wiktionary:
- egg → ägg
- egg → ägg, testikel

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

egg:
- edge; cutting edge
Wiktionary:
- egg → edge, cusp
- egg → cutting edge, sour, bitter, acrid, tart, sharp, acute, shrill, nasty, racy, lurid, acrimonious, keen, poignant, waspish, strident, fine, subtle, delicate, light, thin, incisive, biting, piercing, sharp-toned, trenchant, spicy, pointed, penetrating, salient, noteworthy, remarkable, notable, perky, vivacious, alert, brisk, adroit, sprightly, vigorous, spry, active, harsh, acerbic, acidulous, astringent

Engels

Uitgebreide vertaling voor egg (Engels) in het Zweeds

egg:

egg [the ~] zelfstandig naamwoord

the egg
ägg
- ägg [-ett] zelfstandig naamwoord

egg

egg (stimulate; rush)
hetsa
- hetsa

Vertaal Matrix voor egg:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ägg	egg
-	ball; ballock; bollock; eggs; nut; orchis; testicle; testis
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hetsa		badger; bait; drive; give rise to; goad; irritate; needle; nettle; provoke; stimulate; whip up
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hetsa	egg; rush; stimulate

Verwante woorden van "egg":

eggs

Synoniemen voor "egg":

ovum; egg cell
eggs; foodstuff; food product
testis; testicle; orchis; ball; ballock; bollock; nut; male reproductive gland; gonad; sex gland
pelt; bombard
coat; surface

Verwante definities voor "egg":

animal reproductive body consisting of an ovum or embryo together with nutritive and protective envelopes; especially the thin-shelled reproductive body laid by e.g. female birds¹
one of the two male reproductive glands that produce spermatozoa and secrete androgens¹
oval reproductive body of a fowl (especially a hen) used as food¹
coat with beaten egg¹
- egg a schnitzel¹
throw eggs at¹

Wiktionary: egg

egg

noun

ovum
- egg → ägg
culinary ingredient
- egg → ägg
egg of domestic fowl as food item
- egg → ägg
body housing an embryo
- egg → ägg

Cross Translation:

From	To	Via
• egg	→ ägg	↔ Ei — ein Schalengebilde, in dem sich der Embryo oviparer Tierarten (zum Beispiel Vögel) bildet
• egg	→ ägg	↔ Ei — eine Keimzelle
• egg	→ ägg	↔ Ei — unzählbar, ohne Plural: das Inneres von Eiern^[2] als Nahrungsmittel
• egg	→ testikel	↔ Hoden — Anatomie: männliche Keimdrüse
• egg	→ ägg	↔ œuf — reproduction\|fr ovule des oiseaux qui, sous une coquille, renfermer le germe animal futur, et des liquides destiner à le nourrir.

Verwante vertalingen van egg

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor egg (Zweeds) in het Engels

egg:

egg [-en] zelfstandig naamwoord

egg (skär)
the edge; the cutting edge
- edge [the ~] zelfstandig naamwoord
- cutting edge [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor egg:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cutting edge	egg; skär	skärande egg
edge	egg; skär	bergkam; kant; rand; skarp kant
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
edge		besätta; dekorera; fålla; förse med söm; gränsa till; kanta; pynta; rama in
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
edge		bryn; bräm; snedda

Synoniemen voor "egg":

knivblad

Wiktionary: egg

egg

noun

thin cutting side of the blade of an instrument
- edge → egg
sharp point or pointed end
- cusp → egg; udd; spets; pigg; pik

Cross Translation:

From	To	Via
• egg	→ cutting edge	↔ Dengel — die Schnittkante einer Sense
• egg	→ sour; bitter; acrid; tart	↔ aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
• egg	→ sharp; acute; shrill; nasty; racy; lurid; acrid; acrimonious; keen; poignant; waspish; strident	↔ aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
• egg	→ sharp	↔ coupant — Qui couper.
• egg	→ bitter; acrid	↔ cuisant — Qui produire une douleur âpre et aiguë.
• egg	→ fine; subtle; delicate; light; thin; keen; acute	↔ fin — délié, menu, mince ou étroit.
• egg	→ incisive; sharp; acute; keen; poignant	↔ incisif — Qui couper ou qui est propre à couper.
• egg	→ biting; sharp; acrid; acrimonious; keen; poignant; waspish; acute	↔ mordant — didact\|fr Qui mordre.
• egg	→ piercing; shrill; sharp; sharp-toned; waspish; acute	↔ perçant — Qui percer, qui pénétrer.
• egg	→ sharp; trenchant; spicy; nasty; racy; lurid; acrid; acrimonious; keen; poignant; waspish; acute	↔ piquant — Qui piquer.
• egg	→ pointed; sharp; keen	↔ pointu — Qui se termine en pointe
• egg	→ penetrating	↔ pénétrant — Qui pénétrer.
• egg	→ salient; noteworthy; remarkable; notable	↔ saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.
• egg	→ lurid; acrid; acrimonious; poignant; waspish; acute; perky; vivacious; alert; brisk; adroit; sprightly; vigorous; spry; active	↔ vif — Qui est en vie.
• egg	→ acrid; harsh; keen; acerbic; acidulous; astringent	↔ âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.

Verwante vertalingen van egg

skärande egg

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: egg

Uitgebreide vertaling voor egg (Engels) in het Zweeds

egg:

egg [the ~] zelfstandig naamwoord

the egg

egg

egg (stimulate; rush)

Vertaal Matrix voor egg:

Verwante woorden van "egg":

Synoniemen voor "egg":

Verwante definities voor "egg":

Wiktionary: egg

Verwante vertalingen van egg

Uitgebreide vertaling voor egg (Zweeds) in het Engels

egg:

egg [-en] zelfstandig naamwoord

egg (skär)

Vertaal Matrix voor egg:

Synoniemen voor "egg":

Wiktionary: egg

Verwante vertalingen van egg