Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. luggage:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor luggage (Engels) in het Zweeds

luggage:

luggage [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the luggage (baggage)
    packning; bagage; resgods
    • packning [-en] zelfstandig naamwoord
    • bagage [-ett] zelfstandig naamwoord
    • resgods [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. the luggage (baggage; pack)
    bagage; packning
    • bagage [-ett] zelfstandig naamwoord
    • packning [-en] zelfstandig naamwoord

luggage

  1. luggage
  2. luggage

Vertaal Matrix voor luggage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bagage baggage; luggage; pack
packning baggage; luggage; pack girdle; packing; thong; washer
resgods baggage; luggage
- baggage
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
gepäck luggage
reseffekter luggage

Synoniemen voor "luggage":


Verwante definities voor "luggage":

  1. cases used to carry belongings when traveling1

Wiktionary: luggage

luggage
noun
  1. traveller's containers

Cross Translation:
FromToVia
luggage bagage; packning; gepäck Gepäck — gesamte Ausrüstung für eine Reise, eine Wanderung oder einen Marsch
luggage tross; bagage; resgods; packning bagage — désuet|fr équipage de voyage ou de guerre.
luggage bagage; resgods colis — logistique|fr caisse, ballot, paquet de marchandises expédier.

Verwante vertalingen van luggage