Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. blunder:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. blunder:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor blunder (Engels) in het Zweeds

blunder:

blunder [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the blunder (error; fault; mistake; )
    fel; misstag; synd
    • fel [-ett] zelfstandig naamwoord
    • misstag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • synd [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the blunder (blooper; enormity)
    dumhet; blunder
    • dumhet [-en] zelfstandig naamwoord
    • blunder [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the blunder (mistake; failure; error; miscalculation; miss)
    misstag; miss; bkunder; felsteg
    • misstag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • miss [-en] zelfstandig naamwoord
    • bkunder zelfstandig naamwoord
    • felsteg [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. the blunder (mistake)
    misstag; fel; blunder
    • misstag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • fel [-ett] zelfstandig naamwoord
    • blunder [-en] zelfstandig naamwoord
  5. the blunder (miss; failure)
    misslyckande; miss; blunder
  6. the blunder (scream; howler; oversight; )
    skrik
    • skrik [-ett] zelfstandig naamwoord

to blunder werkwoord (blunders, blundered, blundering)

  1. to blunder (blab; flap)
    – utter impulsively 1
    skvallra; blabbra
    • skvallra werkwoord (skvallrar, skvallrade, skvallrat)
    • blabbra werkwoord (blabbrar, blabbrade, blabbrat)
  2. to blunder
    göra en tabbe
    • göra en tabbe werkwoord (gör en tabbe, gjorde en tabbe, gjort en tabbe)

Conjugations for blunder:

present
  1. blunder
  2. blunder
  3. blunders
  4. blunder
  5. blunder
  6. blunder
simple past
  1. blundered
  2. blundered
  3. blundered
  4. blundered
  5. blundered
  6. blundered
present perfect
  1. have blundered
  2. have blundered
  3. has blundered
  4. have blundered
  5. have blundered
  6. have blundered
past continuous
  1. was blundering
  2. were blundering
  3. was blundering
  4. were blundering
  5. were blundering
  6. were blundering
future
  1. shall blunder
  2. will blunder
  3. will blunder
  4. shall blunder
  5. will blunder
  6. will blunder
continuous present
  1. am blundering
  2. are blundering
  3. is blundering
  4. are blundering
  5. are blundering
  6. are blundering
subjunctive
  1. be blundered
  2. be blundered
  3. be blundered
  4. be blundered
  5. be blundered
  6. be blundered
diverse
  1. blunder!
  2. let's blunder!
  3. blundered
  4. blundering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor blunder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bkunder blunder; error; failure; miscalculation; miss; mistake
blabbra blabber; blabbermouth; chatterbox; chattering fool; dawdler; driveller; ginger-snap; gossip; milksop; rattle; scald-head; slowcoach; stick-in-the-mud; trifler; waffler
blunder blooper; blunder; enormity; failure; miss; mistake blunders; howlers; slips
dumhet blooper; blunder; enormity banter; concentration; density; dullness; folly; foolishness; idiocy; inanity; naïvete; nonsense; silliness; stupidity; vapidity
fel blunder; error; fault; flaw; incorrectness; mistake; oversight; slip absence; blame; bug; default; defect; defects; error; failing; failure; fault; flaw; flaws; imperfection; incorrectness; machine defect; reproach; shortcomings; wrong
felsteg blunder; error; failure; miscalculation; miss; mistake lapses; slips
miss blunder; error; failure; miscalculation; miss; mistake
misslyckande blunder; failure; miss breaking down; coming to a standstill; defeat; failing; failure; fall-through; fiasco; flop; let down; reaching a deadlock
misstag blunder; error; failure; fault; flaw; incorrectness; miscalculation; miss; mistake; oversight; slip blunders; howlers; lapses; mistakes; slips
skrik blunder; error; failing; fault; flaw; gas; hoot; howler; mistake; oversight; scream; slip cry; exclamation; scream; screech; shriek; squalls; squeal; whoop; yell
synd blunder; error; fault; flaw; incorrectness; mistake; oversight; slip a pity; fault; immorality; sin; vice; vise
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blabbra blab; blunder; flap
göra en tabbe blunder
skvallra blab; blunder; flap blab; blurt out; disclose; feed; give away; inform against; let slip out; pass on; reveal; squeal; tell; tip the scales
- blunder out; blurt; blurt out; boob; drop the ball; ejaculate; fumble; goof; sin
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
drumla blunder; go blundering into a th.
fadäs blunder; faux pas; foolishness
fåt blunder; error; mistake
klavertramp blunder; faux pas
skvallra gossip; snitch; tell tales
tabbe bloomer; blunder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fel amiss; bad; disordered; false; faulty; higgledy-piggledy; inaccurate; incorrect; jumbled; mistaken; off; off target; wrong; wrongly
synd a pity; a shame; too bad

Verwante woorden van "blunder":


Synoniemen voor "blunder":


Verwante definities voor "blunder":

  1. utter impulsively1
    • He blundered his stupid ideas1
  2. make one's way clumsily or blindly1
  3. commit a faux pas or a fault or make a serious mistake1
    • I blundered during the job interview1

Wiktionary: blunder

blunder
noun
  1. mistake

Cross Translation:
FromToVia
blunder snedsteg; felsteg; etikettsbrott Fauxpas — Verstoß gegen Verhaltenskonventionen
blunder groda; språkgroda SchnitzerFehler, der aus Unachtsamkeit begangen wurde
blunder fel bourde — erreur grossière
blunder snedsteg; felsteg; etikettsbrott faux pas — faute

Verwante vertalingen van blunder



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor blunder (Zweeds) in het Engels

blunder:

blunder [-en] zelfstandig naamwoord

  1. blunder (dumhet)
    the blunder
    • blunder [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. blunder (dumhet)
    the blunder; the blooper; the enormity
    • blunder [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blooper [the ~] zelfstandig naamwoord
    • enormity [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. blunder (misstag)
    the blunders; the slips; the howlers
    • blunders [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slips [the ~] zelfstandig naamwoord
    • howlers [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. blunder (fel; misstag)
    the mistake; the blunder
    • mistake [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blunder [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. blunder (miss; misslyckande)
    the miss; the blunder; the failure
    • miss [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blunder [the ~] zelfstandig naamwoord
    • failure [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor blunder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blooper blunder; dumhet
blunder blunder; dumhet; fel; miss; misslyckande; misstag bkunder; fel; felsteg; miss; misstag; skrik; synd
blunders blunder; misstag
enormity blunder; dumhet
failure blunder; miss; misslyckande bkunder; fel; felsteg; förlorare; konkurs; miss; misslyckande; misstag
howlers blunder; misstag
miss blunder; miss; misslyckande bkunder; felsteg; fröken; miss; misstag
mistake blunder; fel; misstag bkunder; fel; felsteg; miss; misstag; skrik; synd
slips blunder; misstag felsteg; felsägningar; misstag
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blunder blabbra; göra en tabbe; skvallra
miss förbise; kasta förbi; missa; se förbi; vara saknad
mistake ha fel; missta sig; ta fel
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
blunder drumla; fadäs; fåt; klavertramp; tabbe
failure fallissemang; rötägg; uraktlåtenhet; övertramp
miss bomskott; felkast; förfela
mistake fåt; missgrepp

Synoniemen voor "blunder":


Wiktionary: blunder

blunder
noun
  1. mistake