Norm: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

norm:
- standard; norm
Wiktionary:
- norm → norm
- norm → norm

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

norm:
- norm; standard; measure; criterion; touchstone; reagent; test
Wiktionary:
- norm → norm, magnitude
- norm → norm

Engels

Uitgebreide vertaling voor norm (Engels) in het Zweeds

norm:

norm [the ~] zelfstandig naamwoord

the norm (standard; measure)
standard; norm
- standard [-en] zelfstandig naamwoord
- norm [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor norm:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
norm	measure; norm; standard	criterion; reagent; standard; test; touchstone
standard	measure; norm; standard	standard
-	average

Verwante woorden van "norm":

norms

Synoniemen voor "norm":

standard; criterion; measure; touchstone
average; statistic

Verwante definities voor "norm":

a statistic describing the location of a distribution¹
- it set the norm for American homes¹
a standard or model or pattern regarded as typical¹
- the current middle-class norm of two children per family¹

Wiktionary: norm

norm

noun

in analysis
- norm → norm
that which is normal
- norm → norm

Cross Translation:

From	To	Via
• norm	→ norm	↔ norme — règle, loi directrice, type, standard.

Verwante vertalingen van norm

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor norm (Zweeds) in het Engels

norm:

norm [-en] zelfstandig naamwoord

norm (standard)
the norm; the standard; the measure
- norm [the ~] zelfstandig naamwoord
- standard [the ~] zelfstandig naamwoord
- measure [the ~] zelfstandig naamwoord
norm (kriterium; rättesnöre)
the criterion; the touchstone; the standard; the reagent; the test
- criterion [the ~] zelfstandig naamwoord
- touchstone [the ~] zelfstandig naamwoord
- standard [the ~] zelfstandig naamwoord
- reagent [the ~] zelfstandig naamwoord
- test [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor norm:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
criterion	kriterium; norm; rättesnöre	kriterium; reagens; villkor
measure	norm; standard	avgörande; beslut; deciliter mått; dimension; liter mått; moderation; mått; måtta; måttlighet; omkrets; storlek; utsträckning; volym mått
norm	norm; standard
reagent	kriterium; norm; rättesnöre	reagens
standard	kriterium; norm; rättesnöre; standard	fana; flagga; standar; standard; stöd
test	kriterium; norm; rättesnöre	examen; experiment; förprov; försök; komputerprov; prov; prövning; reagens; test; test 6- el.
touchstone	kriterium; norm; rättesnöre	reagens
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
measure		mäta; mäta ut
test		anhålla om; examinera; försöka; kolla; kontrollera; pröva; pröva ut; smaka; testa; undersöka
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
measure		avmäta; måttstock; uppmäta; åtgärd
standard		fullödig; fullödigt; likare; lödig; lödigt
test		avprova
touchstone		probersten; prövosten

Synoniemen voor "norm":

standardmått; ideal; måttstock; standard; oskriven regel; regel; rättesnöre

Wiktionary: norm

norm

noun

in analysis
- norm → norm
that which is normal
- norm → norm
of a vector
- magnitude → magnitud; längd; norm

Cross Translation:

From	To	Via
• norm	→ norm	↔ norme — règle, loi directrice, type, standard.

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: norm

Uitgebreide vertaling voor norm (Engels) in het Zweeds

norm:

norm [the ~] zelfstandig naamwoord

the norm (standard; measure)

Vertaal Matrix voor norm:

Verwante woorden van "norm":

Synoniemen voor "norm":

Verwante definities voor "norm":

Wiktionary: norm

Verwante vertalingen van norm

Uitgebreide vertaling voor norm (Zweeds) in het Engels

norm:

norm [-en] zelfstandig naamwoord

norm (standard)

norm (kriterium; rättesnöre)

Vertaal Matrix voor norm:

Synoniemen voor "norm":

Wiktionary: norm