Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. metier:
  2. métier:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor métier (Engels) in het Zweeds

metier:

metier [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the metier (profession; craft; métier)
    yrke; profession
    • yrke [-ett] zelfstandig naamwoord
    • profession [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor metier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
profession craft; metier; métier; profession profession
yrke craft; metier; métier; profession craft; métier; profession; trade
- forte; long suit; medium; speciality; specialty; strength; strong point; strong suit

Verwante woorden van "metier":

  • metiers

Synoniemen voor "metier":


Antoniemen van "metier":


Verwante definities voor "metier":

  1. an occupation for which you are especially well suited1
    • in law he found his true metier1
  2. an asset of special worth or utility1

métier:

métier [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the métier (profession; craft; metier)
    yrke; profession
    • yrke [-ett] zelfstandig naamwoord
    • profession [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the métier (profession; trade; craft)
    yrkestillhörighet; yrke

Vertaal Matrix voor métier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
profession craft; metier; métier; profession profession
yrke craft; metier; métier; profession; trade profession
yrkestillhörighet craft; métier; profession; trade

Wiktionary: métier

métier
noun
  1. activity that is pursued as a trade or profession; a calling
  2. activity to which a person is particularly suited; a forte