Lord: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

lord:
- kung; härskare; furste; regent; kommandant; suverän herre; herre
- nej men Gud
- alika
Lord:
- Jesus; Gud
Wiktionary:
- lord → herre
- lord → härskare
- Lord → Herre

Engels

Uitgebreide vertaling voor lord (Engels) in het Zweeds

lord:

lord [the ~] zelfstandig naamwoord

the lord (ruler; mister; gent; master; king)
kung; härskare; furste; regent
- kung [-en] zelfstandig naamwoord
- härskare zelfstandig naamwoord
- furste zelfstandig naamwoord
- regent [-en] zelfstandig naamwoord
the lord (commander; ruler)
kommandant
- kommandant zelfstandig naamwoord
the lord (sovereign lord; ruler of the country; master)
suverän herre; herre; härskare
- suverän herre zelfstandig naamwoord
- herre zelfstandig naamwoord
- härskare zelfstandig naamwoord

lord bijvoeglijk naamwoord

lord (jesus)
nej men Gud
- nej men Gud bijvoeglijk naamwoord

lord

lord (jackdaw)
alika
- alika

Vertaal Matrix voor lord:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
furste	gent; king; lord; master; mister; ruler
herre	lord; master; ruler of the country; sovereign lord	male; man
härskare	gent; king; lord; master; mister; ruler; ruler of the country; sovereign lord	authority; ruler; usurper
kommandant	commander; lord; ruler
kung	gent; king; lord; master; mister; ruler
regent	gent; king; lord; master; mister; ruler	regent
suverän herre	lord; master; ruler of the country; sovereign lord
-	master; overlord
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alika	jackdaw; lord
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nej men Gud	jesus; lord

Verwante woorden van "lord":

lords

Synoniemen voor "lord":

Godhead; Lord; Creator; Maker; Divine; God Almighty; Almighty; Jehovah; God; Supreme Being
overlord; master; ruler; swayer
noble; nobleman; male aristocrat
ennoble; gentle; entitle

Antoniemen van "lord":

noblewoman; Lady

Verwante definities voor "lord":

a person who has general authority over others¹
make a lord of someone¹

Wiktionary: lord

lord

noun

person having authority over others, a ruler
- lord → herre
master of a household
- lord → herre

Cross Translation:

From	To	Via
• lord	→ härskare	↔ dominateur — Celui, celle qui dominer, qui s’arroger une grande autorité, qui exercer un grand empire.

lord vorm van Lord:

Lord [the ~] zelfstandig naamwoord

the Lord (Jesus; Christ)
Jesus
- Jesus zelfstandig naamwoord
the Lord (God)
Gud
- Gud zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lord:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gud	God; Lord	Creator; God; Heavenly Father; Lord of Heaven; Omnipotence; supreme being
Jesus	Christ; Jesus; Lord	Jesus
-	Almighty; Creator; Divine; God Almighty; Godhead; Jehovah; Maker; noble; nobleman

Verwante woorden van "Lord":

Lords

Verwante definities voor "Lord":

terms referring to the Judeo-Christian God¹
a titled peer of the realm¹

Wiktionary: Lord

Cross Translation:

From	To	Via
• Lord	→ Herre	↔ Herr — mit bestimmtem Artikel: andere Bezeichnung für den Gott Israels, im Neuen Testament oft auch für Jesus

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van lord

Remove Ads

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: lord

Uitgebreide vertaling voor lord (Engels) in het Zweeds

lord:

lord [the ~] zelfstandig naamwoord

the lord (ruler; mister; gent; master; king)

the lord (commander; ruler)

the lord (sovereign lord; ruler of the country; master)

lord bijvoeglijk naamwoord

lord (jesus)

lord

lord (jackdaw)

Vertaal Matrix voor lord:

Verwante woorden van "lord":

Synoniemen voor "lord":

Antoniemen van "lord":

Verwante definities voor "lord":

Wiktionary: lord

lord vorm van Lord:

Lord [the ~] zelfstandig naamwoord

the Lord (Jesus; Christ)

the Lord (God)

Vertaal Matrix voor Lord:

Verwante woorden van "Lord":

Verwante definities voor "Lord":

Wiktionary: Lord

Verwante vertalingen van lord