Engels
Uitgebreide vertaling voor grandeur (Engels) in het Zweeds
grandeur:
-
the grandeur (impressiveness; grandiosity; majesty; haughtiness; pride)
eftertryck; kraft; verkningsfullhet; effektfullhet; gripande allvar-
verkningsfullhet zelfstandig naamwoord
-
effektfullhet zelfstandig naamwoord
-
gripande allvar zelfstandig naamwoord
Vertaal Matrix voor grandeur:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
effektfullhet | grandeur; grandiosity; haughtiness; impressiveness; majesty; pride | |
eftertryck | grandeur; grandiosity; haughtiness; impressiveness; majesty; pride | accent; emphasis; stringency; tightness |
gripande allvar | grandeur; grandiosity; haughtiness; impressiveness; majesty; pride | |
kraft | grandeur; grandiosity; haughtiness; impressiveness; majesty; pride | ability; capacity; courage; drive; fiber; fibre; forcefulness; fortitude; impetus; intensity; momentum; muscularity; power; strength; vigor; vigour |
verkningsfullhet | grandeur; grandiosity; haughtiness; impressiveness; majesty; pride | |
- | brilliance; grandness; magnanimousness; magnificence; nobility; nobleness; splendor; splendour |
Synoniemen voor "grandeur":
Verwante definities voor "grandeur":
Verwante vertalingen van grandeur
Zweeds