Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. courier:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor courier (Engels) in het Zweeds

courier:

courier [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the courier (messenger boy)
    springpojke
  2. the courier (express letter; messenger)
    expressbrev
  3. the courier (delivery-man; carrier; messenger)
    varubud
    • varubud [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. the courier (mailman; postman; delivery-man; carrier)
    brevbärare; postförare; postbud
  5. the courier (express courier)
    expressbud; bud
    • expressbud zelfstandig naamwoord
    • bud [-ett] zelfstandig naamwoord
  6. the courier (beadle)
    budbärare; ilbud
    • budbärare [-en] zelfstandig naamwoord
    • ilbud [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor courier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brevbärare carrier; courier; delivery-man; mailman; postman mailmen; postmen
bud courier; express courier aids; bearer; bid; carrier; carriers; couriers; delivery-men; helping hands; messenger; messengers; offer
budbärare beadle; courier couriers; messenger; messengers
expressbrev courier; express letter; messenger express letter
expressbud courier; express courier
ilbud beadle; courier
postbud carrier; courier; delivery-man; mailman; postman
postförare carrier; courier; delivery-man; mailman; postman
springpojke courier; messenger boy
varubud carrier; courier; delivery-man; messenger deliverers; delivery men; errand boys; messenger boys; messengers; roundsmen
- messenger

Verwante woorden van "courier":


Synoniemen voor "courier":


Verwante definities voor "courier":

  1. a person who carries a message1

Wiktionary: courier

courier
noun
  1. person who delivers messages

Cross Translation:
FromToVia
courier budbärare Bote — Person, die etwas überbringen (zum Beispiel eine Botschaft (Nachricht))

Verwante vertalingen van courier