Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. boredom:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor boredom (Engels) in het Zweeds

boredom:

boredom [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the boredom (weariness)
    tråkigt
  2. the boredom (monotony; uniformity; dullness; )
    likformighet; entonighet; monotoni

Vertaal Matrix voor boredom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entonighet blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity
likformighet blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity monotony; uniformity; uniformness
monotoni blandness; boredom; drabness; dullness; monotony; paleness; sallowness; sameness; uniformity monotony; uniformity
tråkigt boredom; weariness
- ennui; tedium
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
långtråkighet boredom
uttrâkning boredom
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tråkigt bleak; boring; cheerless; dawdling; deadening; drab; dragging; dreadful; dreary; drooping; dull; flat; inactive; indolent; inert; languid; lazy; limp; lingering; listless; passive; shuffling; slow; slow of understanding; sluggish; stale; tardy; tedious; without character

Synoniemen voor "boredom":


Verwante definities voor "boredom":

  1. the feeling of being bored by something tedious1

Wiktionary: boredom

boredom
noun
  1. state of being bored

Cross Translation:
FromToVia
boredom långtråkighet; leda Langeweile — Gefühl der Untätigkeit, der Eintönigkeit