Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. par:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. par:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor par (Engels) in het Zweeds

par:

par

  1. par

Vertaal Matrix voor par:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- equality; equation; equivalence
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
pari par

Synoniemen voor "par":


Verwante definities voor "par":

  1. (golf) the standard number of strokes set for each hole on a golf course, or for the entire course1
    • a par-5 hole1
    • par for this course is 721
  2. a state of being essentially equal or equivalent; equally balanced1
    • on a par with the best1
  3. make a score (on a hole) equal to par1

Wiktionary: par


Cross Translation:
FromToVia
par par ParSport, Golf: in Abhängigkeit der Länge der Spielbahn festgelegte Anzahl von Schlägen, die von einem sehr guten Spieler (Handicap-0-Spieler, Profigolfer) vom Abschlag bis zum Einlochen erwartet wird

PAR:


Vertaal Matrix voor PAR:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- pixel aspect ratio

Verwante definities voor "PAR":

  1. The ratio of a pixel’s width to its height. Computer monitor pixels are square, and therefore have a pixel aspect ratio of 1:1.2

Verwante vertalingen van par



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor par (Zweeds) in het Engels

par:

par [-en] zelfstandig naamwoord

  1. par (två som hör ihop)
    the couple; the pair; the the two
    • couple [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pair [the ~] zelfstandig naamwoord
    • the two [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. par (två stycken)
    the pair; the two; the twosome; the tandem
    • pair [the ~] zelfstandig naamwoord
    • two [the ~] zelfstandig naamwoord
    • twosome [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tandem [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. par (två människor)
    the pair; the two people; the two
    • pair [the ~] zelfstandig naamwoord
    • two people [the ~] zelfstandig naamwoord
    • two [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor par:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couple par; två som hör ihop par för livet
pair par; två människor; två som hör ihop; två stycken par för livet
tandem par; två stycken stridskamp; tandem
the two par; två som hör ihop
two par; två människor; två stycken
two people par; två människor
twosome par; två stycken stridskamp
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couple ansluta; fästa; förbinda; förena; ha samlag; hopkoppla; koppla; koppla ihop; ligga med varandra; länka; länka samman; matcha; sammanfoga; sammanlänka
pair länka
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
two båda två; två
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
pair para
two tu; tvenne; två

Synoniemen voor "par":


Wiktionary: par

par
noun
  1. two of the same kind considered together
  2. two partners
  3. two similar or identical things

Cross Translation:
FromToVia
par couple Paar — zwei durch Liebesbeziehung oder auf rechtlicher Grundlage verbundene, zusammengehörige Menschen
par pair Paarohne Plural: Zahlklassifikator für zwei gleiche, zusammengeführte, zusammengefügte, zusammengehörige, zusammengestellte, gruppierte Wesen oder Dinge
par par ParSport, Golf: in Abhängigkeit der Länge der Spielbahn festgelegte Anzahl von Schlägen, die von einem sehr guten Spieler (Handicap-0-Spieler, Profigolfer) vom Abschlag bis zum Einlochen erwartet wird
par few paarPronomen: einige (der gleichen Art)
par pair; couple pairedeux choses de même espèce, qui aller nécessairement ou ordinairement ensemble.

Verwante vertalingen van par