Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Zoek: hiss

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: hiss

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

hiss:
- väsa; väsande
Wiktionary:
- hiss → väsning
- hiss → väsa

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

hiss:
- elevator; lift; elevator cage; elevator car; lift cage
Wiktionary:
- hiss → lift
- hiss → elevator, lift

Engels

Uitgebreide vertaling voor hiss (Engels) in het Zweeds

hiss:

hiss

hiss
väsa
- väsa
hiss (hissing sound)
väsande
- väsande

Vertaal Matrix voor hiss:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	Bronx cheer; bird; boo; fizzle; hissing; hoot; hushing; raspberry; razz; razzing; sibilation; snort
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	boo; sibilate; siss; sizz; whoosh
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
väsa	hiss
väsande	hiss; hissing sound

Synoniemen voor "hiss":

hissing; hushing; fizzle; sibilation; noise
boo; hoot; Bronx cheer; raspberry; razzing; razz; snort; bird; cry; outcry; call; yell; shout; vociferation
siss; sizz; sibilate; utter; emit; let out; let loose
whoosh; travel; go; move; locomote
talk; speak; mouth; verbalize; verbalise
boo; condemn

Antoniemen van "hiss":

applaud

Verwante definities voor "hiss":

a cry or noise made to express displeasure or contempt¹
a fricative sound (especially as an expression of disapproval)¹
show displeasure, as after a performance or speech¹
make a sharp hissing sound, as if to show disapproval¹
express or utter with a hiss¹
move with a whooshing sound¹

Wiktionary: hiss

hiss

noun

sound made by a snake, cat, escaping steam, etc.
- hiss → väsning

Cross Translation:

From	To	Via
• hiss	→ väsa	↔ zischen — intransitiv, Hilfsverb haben: ein Geräusch machen wie Luft, die durch eine enge Öffnung strömen
• hiss	→ väsa	↔ zischen — intransitiv, Hilfsverb haben: in scharfem Ton mehr oder weniger flüsternd reden

Verwante vertalingen van hiss

hiss at

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hiss (Zweeds) in het Engels

hiss:

hiss [-en] zelfstandig naamwoord

hiss
the elevator
- elevator [the ~] zelfstandig naamwoord
hiss
the lift
- lift [the ~] zelfstandig naamwoord
hiss (hisskabin)
the lift; the elevator cage; the elevator car; the lift cage
- lift [the ~] zelfstandig naamwoord
- elevator cage [the ~] zelfstandig naamwoord
- elevator car [the ~] zelfstandig naamwoord
- lift cage [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hiss:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
elevator	hiss
elevator cage	hiss; hisskabin
elevator car	hiss; hisskabin
lift	hiss; hisskabin
lift cage	hiss; hisskabin	hisskorg
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lift		dra; dra upp; gräva upp; hala; hala upp; hissa upp; häva upp; lyfta; lyfta upp
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
elevator		elevator
lift		hjälp; lift

Wiktionary: hiss

hiss

noun

mechanical device for vertically transporting goods or people
- lift → hiss

Cross Translation:

From	To	Via
• hiss	→ elevator; lift	↔ lift — een verticaal transportsysteem voor goederen en mensen
• hiss	→ lift; elevator	↔ Aufzug — Transportmittel zum Auf- und Abtransportieren
• hiss	→ lift; elevator	↔ Fahrstuhl — Anlage mit der Fähigkeit, durch eine Kabine Personen und Gegenstände vertikal nach oben oder unten zu befördern
• hiss	→ elevator; lift	↔ ascenseur — Appareil mécanique (1) et (2)

Verwante vertalingen van hiss

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University