Courage: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

courage:
- styrka; kraft; mod; tapperhet; förvägenhet; gallanteri; våghalsighet; spänstighet; vigör
- mannamod
Wiktionary:
- courage → mod, tapperhet
- courage → mod, tapperhet, mandom

Engels

Uitgebreide vertaling voor courage (Engels) in het Zweeds

the courage (fortitude; fibre; fiber)
styrka; kraft
- styrka [-en] zelfstandig naamwoord
- kraft [-en] zelfstandig naamwoord
the courage (bravery; valour; gallantry; vigour; daring; sturdiness; valor; vigor)
mod; tapperhet; förvägenhet; gallanteri; våghalsighet
- mod zelfstandig naamwoord
- tapperhet [-en] zelfstandig naamwoord
- förvägenhet zelfstandig naamwoord
- gallanteri zelfstandig naamwoord
- våghalsighet [-en] zelfstandig naamwoord
the courage (vigour; vigor)
mod; spänstighet
- mod zelfstandig naamwoord
- spänstighet zelfstandig naamwoord
the courage (vigour; strength; sturdiness; robustness; vigor)
vigör; styrka
- vigör [-en] zelfstandig naamwoord
- styrka [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
förvägenhet	bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour
gallanteri	bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour
kraft	courage; fiber; fibre; fortitude	ability; capacity; drive; forcefulness; grandeur; grandiosity; haughtiness; impetus; impressiveness; intensity; majesty; momentum; muscularity; power; pride; strength; vigor; vigour
mod	bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour	boldness; daring; guts; nerve; pluck
spänstighet	courage; vigor; vigour	intensity; power; strength; vigor; vigour
styrka	courage; fiber; fibre; fortitude; robustness; strength; sturdiness; vigor; vigour	armed forces; army; authority; capacity; compact build; force; gusto; intensity; military; military force; muscular strength; power; squad; stockiness; strength; strongness; sturdiness; team; vigor; vigour; working party; zest
tapperhet	bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour
vigör	courage; robustness; strength; sturdiness; vigor; vigour
våghalsighet	bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour	daredevilry; foolhardiness; recklessness
-	braveness; bravery; courageousness
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mannamod	courage; manly courage; prowess

a quality of spirit that enables you to face danger or pain without showing fear¹

courage

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• courage	→ mod	↔ moed — dapperheid, lef, branie
• courage	→ mod	↔ Courage — Gefühl, bei dem trotz gefährlicher Situation keine Angst auftreten
• courage	→ mod	↔ Mut — Geisteshaltung, bei der Handlungen in einer gefährlichen, kritischen oder waghalsigen Situation energisch und furchtlos ausgeführt werden
• courage	→ tapperhet	↔ Tapferkeit — menschliche Fähigkeit, als Individuum oder als Gruppe Gleichgesinnter einer schwierigen Situation entgegenzutreten
• courage	→ mandom; mod	↔ abattage — Traductions à trier suivant le sens
• courage	→ tapperhet	↔ bravoure — courage guerrier, vaillance.
• courage	→ mandom; mod	↔ courage — Caractéristique de vaincre la peur, supporter la souffrance, braver le danger