Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Zoek: degeneracy

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: degeneracy

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

degeneracy:
- korruption; degenerering; yrartning; degeneration
Wiktionary:
- degeneracy → dekadens, varietet, variant, urartning

Engels

Uitgebreide vertaling voor degeneracy (Engels) in het Zweeds

degeneracy:

degeneracy [the ~] zelfstandig naamwoord

the degeneracy (corruption; deterioration; degeneration; decomposition; decay)
korruption
- korruption [-en] zelfstandig naamwoord
the degeneracy (degeneration; deterioration)
degenerering; yrartning; degeneration
- degenerering [-en] zelfstandig naamwoord
- yrartning zelfstandig naamwoord
- degeneration [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor degeneracy:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
degeneration	degeneracy; degeneration; deterioration	degeneration
degenerering	degeneracy; degeneration; deterioration	degeneration
korruption	corruption; decay; decomposition; degeneracy; degeneration; deterioration	bribery; corruption
yrartning	degeneracy; degeneration; deterioration
-	corruption; decadence; decadency; degeneration; depravation; depravity; putrefaction

Verwante woorden van "degeneracy":

degeneracies

Synoniemen voor "degeneracy":

degeneration; decadence; decadency; abasement; degradation; abjection
corruption; depravation; depravity; putrefaction; immorality

Verwante definities voor "degeneracy":

moral perversion; impairment of virtue and moral principles¹
- moral degeneracy followed intellectual degeneration¹
the state of being degenerate in mental or moral qualities¹

Wiktionary: degeneracy

Cross Translation:

From	To	Via
• degeneracy	→ dekadens	↔ Dekadenz — Verfall, Entartung, sittlicher und kultureller Niedergang
• degeneracy	→ varietet; variant	↔ Abart — eine von der Norm, von geltender Ethik und Moral, von Festlegungen oder Definitionen, vom Durchschnitt, von der Lehrmeinung, vom Mainstream abweichende Art
• degeneracy	→ urartning	↔ abâtardissement — État ou fait de ce qui est abâtardir, au propre comme au figuré.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University