Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bondage:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bondage (Engels) in het Zweeds

bondage:

bondage [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bondage (bondservice; thraldom; thralldom)
    träldom; slaveri; livegendom
  2. the bondage (serfdom)
    slaveri; träldom
    • slaveri [-ett] zelfstandig naamwoord
    • träldom [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bondage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
livegendom bondage; bondservice; thraldom; thralldom
slaveri bondage; bondservice; serfage; serfdom; thraldom; thralldom drudgery; slave labour; slave-work; slavery; slaves' work
träldom bondage; bondservice; serfage; serfdom; thraldom; thralldom drudgery; slave labour; slave-work; slavery; slaves' work
- slavery; thraldom; thrall; thralldom

Synoniemen voor "bondage":


Verwante definities voor "bondage":

  1. sexual practice that involves physically restraining (by cords or handcuffs) one of the partners1
  2. the state of being under the control of another person1
  3. the state of being under the control of a force or influence or abstract power1
    • he was in bondage to fear:; 1

Wiktionary: bondage

bondage
noun
  1. The state of being enslaved or the practice of slavery