Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. timeliness:
  2. timely:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor timeliness (Engels) in het Zweeds

timeliness:

timeliness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the timeliness (topicality)

Vertaal Matrix voor timeliness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillhörighet till en bestämd tid timeliness; topicality
- opportuneness; patness; seasonableness

Verwante woorden van "timeliness":


Synoniemen voor "timeliness":


Antoniemen van "timeliness":

  • untimeliness; unseasonableness; inopportuneness

Verwante definities voor "timeliness":

  1. timely convenience1
  2. being at the right time1

Wiktionary: timeliness

timeliness
noun
  1. the state of being timely

timely:

timely bijvoeglijk naamwoord

  1. timely (in time; prompt; in good time)
    i god tid
  2. timely (early)
    tidigt; tidig
    • tidigt bijvoeglijk naamwoord
    • tidig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor timely:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- seasonable; well timed; well-timed
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- apropos; seasonably; well-timed
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
tidigt early
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
i god tid in good time; in time; prompt; timely
tidig early; timely
tidigt early; timely

Verwante woorden van "timely":


Synoniemen voor "timely":

  • punctual
  • seasonable; well-timed; well timed; opportune
  • seasonably; well-timed; apropos

Verwante definities voor "timely":

  1. done or happening at the appropriate or proper time1
    • a timely warning1
    • with timely treatment the patient has a good chance of recovery1
  2. before a time limit expires1
    • the timely filing of his income tax return1
  3. at an opportune time1

Wiktionary: timely


Cross Translation:
FromToVia
timely ackurat; prompt exact — Qui suivre rigoureusement la vérité, la convention.
timely punktlig; ackurat; prompt ponctuel — Qui est exact
timely ackurat; prompt; regelmässig régulier — Qui a de la régularité, qui est conforme à des règles, soit naturelles, soit de convention ; qui est constant, uniforme.

Computer vertaling door derden: