Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pail:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor pail (Engels) in het Zweeds

pail:

pail [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the pail (barrel; bucket; vat; )
    hink; fat
    • hink [-en] zelfstandig naamwoord
    • fat [-ett] zelfstandig naamwoord

pail

  1. pail (bucket)

Vertaal Matrix voor pail:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fat barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel basin; bowl; saucer; socket; subsidence; water-basin
hink barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel buckets
- bucket; pailful
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
ämbar bucket; pail

Verwante woorden van "pail":

  • pails

Synoniemen voor "pail":


Verwante definities voor "pail":

  1. a roughly cylindrical vessel that is open at the top1
  2. the quantity contained in a pail1

Wiktionary: pail


Cross Translation:
FromToVia
pail skål; stop; ; urna; kar baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.

Verwante vertalingen van pail