Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. naive:
  2. naïve:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor naïve (Engels) in het Zweeds

naive:

naive bijvoeglijk naamwoord

  1. naive (wide-eyed; simple)
    oskyldig; naiv

Vertaal Matrix voor naive:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oskyldig chastity; immaculacy; innocence; purity
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- naif; primitive; unenlightened; uninitiate; uninitiated; uninstructed
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
naiv naive; simple; wide-eyed naïve; simple; simplistic
oskyldig naive; simple; wide-eyed blameless; guiltless; innocent

Verwante woorden van "naive":

  • naiver, naivest, naively

Synoniemen voor "naive":


Antoniemen van "naive":


Verwante definities voor "naive":

  1. not initiated; deficient in relevant experience1
    • he took part in the experiment as a naive subject1
  2. lacking information or instruction1
  3. inexperienced1
  4. of or created by one without formal training; simple or naive in style1
  5. marked by or showing unaffected simplicity and lack of guile or worldly experience1
    • a teenager's naive ignorance of life1
    • the naive assumption that things can only get better1
    • this naive simple creature with wide friendly eyes so eager to believe appearances1

Wiktionary: naive

naive
adjective
  1. lacking experience, wisdom, or judgement

Cross Translation:
FromToVia
naive enfaldig einfältiggeistig beschränkt, nicht sehr schlau
naive naiv naiv — arglos, kindlich, unwissend, treuherzig, leichtgläubig
naive naiv naïfnaturel, ingénu, sans fard, sans apprêt, sans artifice.

naïve:

naïve bijvoeglijk naamwoord

  1. naïve (simple)
    naiv; naivt
    • naiv bijvoeglijk naamwoord
    • naivt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor naïve:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
naiv naïve; simple naive; simple; simplistic; wide-eyed
naivt naïve; simple simplistic

Wiktionary: naïve


Cross Translation:
FromToVia
naïve naiv naiv — arglos, kindlich, unwissend, treuherzig, leichtgläubig
naïve naiv naïfnaturel, ingénu, sans fard, sans apprêt, sans artifice.