Accent: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

accent:
- betoning; eftertryck; emfas; punkt av huvudsakligt intresse; huvudpunkt; centralfråga; dialekt; språk; tryck; tonvikt
- accent
Wiktionary:
- accent → betona, accentuera
- accent → accent, brytning, betoning
- accent → accent, brytning

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

accent:
- accent
Wiktionary:
- accent → accent
- accent → stress, accent, sound, emphasis

Engels

Uitgebreide vertaling voor accent (Engels) in het Zweeds

accent:

accent [the ~] zelfstandig naamwoord

the accent (emphasis)
betoning; eftertryck; emfas
- betoning [-en] zelfstandig naamwoord
- eftertryck [-ett] zelfstandig naamwoord
- emfas [-en] zelfstandig naamwoord
the accent (point of interest; prime; central point; hub; centre; center)
punkt av huvudsakligt intresse; huvudpunkt; centralfråga
- punkt av huvudsakligt intresse zelfstandig naamwoord
- huvudpunkt zelfstandig naamwoord
- centralfråga zelfstandig naamwoord
the accent (dialect)
dialekt
- dialekt [-en] zelfstandig naamwoord
the accent (spoken language; dialect; slang; argot)
språk; dialekt
- språk [-ett] zelfstandig naamwoord
- dialekt [-en] zelfstandig naamwoord
the accent
tryck; betoning; tonvikt
- tryck [-ett] zelfstandig naamwoord
- betoning [-en] zelfstandig naamwoord
- tonvikt [-en] zelfstandig naamwoord

accent

accent
accent
- accent

Vertaal Matrix voor accent:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
betoning	accent; emphasis
centralfråga	accent; center; central point; centre; hub; point of interest; prime
dialekt	accent; argot; dialect; slang; spoken language
eftertryck	accent; emphasis	grandeur; grandiosity; haughtiness; impressiveness; majesty; pride; stringency; tightness
emfas	accent; emphasis
huvudpunkt	accent; center; central point; centre; hub; point of interest; prime
punkt av huvudsakligt intresse	accent; center; central point; centre; hub; point of interest; prime
språk	accent; argot; dialect; slang; spoken language	computer language; language; programming language; speech; tongue
tonvikt	accent
tryck	accent	amount of pressure; compulsion; edition; pressure; print; print-out; printed matter; printing
-	accent mark; dialect; emphasis; idiom; speech pattern; stress
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	accentuate; emphasise; emphasize; punctuate; stress
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accent	accent
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tryck		printed; with a print

Verwante woorden van "accent":

accents

Synoniemen voor "accent":

speech pattern; pronunciation
emphasis; importance; grandness
dialect; idiom; non-standard speech
stress; prosody; inflection
accent mark; diacritical mark; diacritic
stress; emphasize; emphasise; punctuate; accentuate; express; show; evince
pronounce; articulate; enounce; sound out; enunciate; say

Verwante definities voor "accent":

a diacritical mark used to indicate stress or placed above a vowel to indicate a special pronunciation¹
the relative prominence of a syllable or musical note (especially with regard to stress or pitch)¹
distinctive manner of oral expression¹
- he couldn't suppress his contemptuous accent¹
the usage or vocabulary that is characteristic of a specific group of people¹
- he has a strong German accent¹
special importance or significance¹
- the room was decorated in shades of grey with distinctive red accents¹
put stress on; utter with an accent¹
- In Farsi, you accent the last syllable of each word¹
to stress, single out as important¹

Wiktionary: accent

accent

verb

to emphasize
- accent → betona; accentuera

noun

-
- accent → accent
modulation of the voice
- accent → accent; brytning
orthography: mark to indicate accent
- accent → accent
stronger articulation
- accent → betoning; accent

Cross Translation:

From	To	Via
• accent	→ accent; brytning	↔ Akzent — typische Eigenschaft der Aussprache oder des Tonfalls einer Sprache (meist die eines Fremdsprachigen, der die Muttersprache des Zuhörers spricht)
• accent	→ accent; brytning	↔ accent — (grammaire, fr) élévation de la voix sur une syllabe, dans un mot, modification de la voix dans la durée ou dans le ton des syllabes et des mots.
• accent	→ accent	↔ insistance — action d’insister.

Verwante vertalingen van accent

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor accent (Zweeds) in het Engels

accent:

accent

accent
accent
- accent

Vertaal Matrix voor accent:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accent		betoning; centralfråga; dialekt; eftertryck; emfas; huvudpunkt; punkt av huvudsakligt intresse; språk; tonvikt; tryck
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accent	accent

Synoniemen voor "accent":

uttal; brytning

Wiktionary: accent

accent

noun

-
- accent → accent
modulation of the voice
- accent → accent; brytning
orthography: mark to indicate accent
- accent → accent
stronger articulation
- accent → betoning; accent

Cross Translation:

From	To	Via
• accent	→ stress	↔ Akzent — Linguistik: Betonung eines Satzes, Wortes, einer Silbe oder eines Lauts
• accent	→ accent	↔ Akzent — typische Eigenschaft der Aussprache oder des Tonfalls einer Sprache (meist die eines Fremdsprachigen, der die Muttersprache des Zuhörers spricht)
• accent	→ stress; sound; accent	↔ accent — (grammaire, fr) élévation de la voix sur une syllabe, dans un mot, modification de la voix dans la durée ou dans le ton des syllabes et des mots.
• accent	→ accent; stress; emphasis	↔ insistance — action d’insister.

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: accent

Uitgebreide vertaling voor accent (Engels) in het Zweeds

accent:

accent [the ~] zelfstandig naamwoord

the accent (emphasis)

the accent (point of interest; prime; central point; hub; centre; center)

the accent (dialect)

the accent (spoken language; dialect; slang; argot)

the accent

accent

accent

Vertaal Matrix voor accent:

Verwante woorden van "accent":

Synoniemen voor "accent":

Verwante definities voor "accent":

Wiktionary: accent

Verwante vertalingen van accent

Uitgebreide vertaling voor accent (Zweeds) in het Engels

accent:

accent

accent

Vertaal Matrix voor accent:

Synoniemen voor "accent":

Wiktionary: accent