Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pip:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. pip:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor pip (Engels) in het Zweeds

pip:

pip [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the pip (fuse; pith; wick; kernel; fuze)
    säkring; propp
    • säkring [-en] zelfstandig naamwoord
    • propp [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the pip (seed; stone)
    kärna; inre delen av en frukt
  3. the pip (stone; pit; kernel)
    kärna
    • kärna [-en] zelfstandig naamwoord
  4. the pip (wick; kernel; pith)
    körsbärskärna

Vertaal Matrix voor pip:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inre delen av en frukt pip; seed; stone
kärna kernel; pip; pit; seed; stone churn; core; crux; essence; heart; kernel; pith
körsbärskärna kernel; pip; pith; wick cherry-stone
propp fuse; fuze; kernel; pip; pith; wick fuse; fuze; safety fuse
säkring fuse; fuze; kernel; pip; pith; wick cut-out; fuse; fuze; safety fuse
- blip; radar target; spot
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kärna churn; stir
- hit; mop up; rack up; shoot; whip; worst

Verwante woorden van "pip":

  • pips

Synoniemen voor "pip":


Verwante definities voor "pip":

  1. a radar echo displayed so as to show the position of a reflecting surface1
  2. a mark on a die or on a playing card (shape depending on the suit)1
  3. a small hard seed found in some fruits1
  4. a minor nonspecific ailment1
  5. a disease of poultry1
  6. defeat thoroughly1
  7. hit with a missile from a weapon1
  8. kill by firing a missile1

Wiktionary: pip

pip
noun
  1. seed
  2. dot, symbol on domino, die, etc.
  3. short electronically produced tone

Cross Translation:
FromToVia
pip prick; öga AugePunkte auf einem Spielewürfel
pip korn grainfruit et semence des céréales contenu dans l’épi ; des légumineuses.
pip frö; korn graine — Ovule fécondé qui donne de nouvelles plantes après dispersion et germination.
pip korn pépinsemence qui se trouver à l'intérieur de certains fruits.



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pip (Zweeds) in het Engels

pip:

pip [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. pip
    the squeak; the bleep
    • squeak [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bleep [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. pip (utloppsrör)
    the spout
    • spout [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pip:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bleep pip
spout pip; utloppsrör nos; näsa; snabel
squeak pip
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bleep pipa
spout blåsa genom munnen; injicera; spruta ut; spurta; strömma ut; trycka ut; yttra
squeak ange; förråda; pipa; skvallra på
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bleep tuta

Wiktionary: pip

pip
noun
  1. inlet or outlet pipe
  2. short tube
  3. electronically produced tone
  4. short electronically produced tone
  5. a tube through which liquid is poured or discharged

Cross Translation:
FromToVia
pip spout Ausguss — die Öffnung an einer Kanne oder Kanister, an der der Inhalt ausgegossen wird
pip peep; cheep piep — der Laut eines pfeifen

Verwante vertalingen van pip