Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. whose:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor whose (Engels) in het Zweeds

whose:

whose bijvoeglijk naamwoord

  1. whose
    vilkas; vems
    • vilkas bijvoeglijk naamwoord
    • vems bijvoeglijk naamwoord
  2. whose
    vilkens
  3. whose
    vems
    • vems bijvoeglijk naamwoord

whose

  1. whose (of whom; of which)

Vertaal Matrix voor whose:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
vars of which; of whom; whose
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vems whose
vilkas whose
vilkens whose

Wiktionary: whose

whose
en-pron
  1. of whom (interrogative)
  2. of whom (relative)
  3. of which (relative)

Cross Translation:
FromToVia
whose vilkens; vilkets; vilkas; vars dessen — maskuliner und neutraler Genitiv des Relativpronomens der