Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. semester:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. semester:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor semester (Engels) in het Zweeds

semester:

semester [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the semester (half a year; a half year)
    halvår
    • halvår [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor semester:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halvår a half year; half a year; semester

Verwante woorden van "semester":


Synoniemen voor "semester":


Verwante definities voor "semester":

  1. half a year; a period of 6 months1
  2. one of two divisions of an academic year1

Wiktionary: semester

semester
noun
  1. half of school year

Cross Translation:
FromToVia
semester termin Semester — Hälfte eines Studienjahres
semester semester semestre — espace de temps de six mois consécutifs



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor semester (Zweeds) in het Engels

semester:

semester [-en] zelfstandig naamwoord

  1. semester (ferier; lov)
    the holidays
    • holidays [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. semester
    the holiday
    – leisure time away from work devoted to rest or pleasure 1
    • holiday [the ~] zelfstandig naamwoord
      • we took a short holiday in Puerto Rico1

Vertaal Matrix voor semester:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
holiday semester vilodag
holidays ferier; lov; semester
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
holiday fridag; lovdag
holidays ferier

Synoniemen voor "semester":


Wiktionary: semester

semester
noun
  1. period taken off work or study for travel
  2. holiday, period of leisure time

Cross Translation:
FromToVia
semester holidays; vacations; vacation Ferienschulfrei oder arbeitsfrei oder semesterfreie Zeit einer staatlichen Institution, ausgenommen die Wochenenden und Feiertage
semester holidays; vacations; vacation FerienUrlaub[2]
semester holiday; vacation; leave; furlough Urlaub — die vom Arbeitgeber dem abhängig Beschäftigten oder Dienstherrn dem Unterstellten gewährte Freizeit in Höhe von einem oder meist mehreren Werktagen
semester holiday; vacation; leave; furlough Urlaubkurz für: eine während des Urlaubs[1] unternommene Reise
semester discharge; paying off; dismissal; lay-off; sack; spare time; time off; vacation; holiday; leave; leisure congépermission d’aller, de venir, de s’absenter, de se retirer.
semester semester semestre — espace de temps de six mois consécutifs

Verwante vertalingen van semester