Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. breaking off:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor breaking-off (Engels) in het Zweeds

breaking off:

breaking off [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the breaking off (getting out of; unlearning)
    avvänjning
  2. the breaking off
    bryta av

Vertaal Matrix voor breaking off:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avvänjning breaking off; getting out of; unlearning
bryta av breaking off
- abruption; breaking off a relation

Synoniemen voor "breaking off":


Verwante definities voor "breaking off":

  1. an instance of sudden interruption1

Wiktionary: breaking off


Cross Translation:
FromToVia
breaking off upphävande; upplösande Aufhebung — Beendigung, Abschaffung von etwas vorher Vorhandenem
breaking off avbrott Abbruch — das beenden von etwas


Wiktionary: breaking-off


Cross Translation:
FromToVia
breaking-off brott Bruch — ein einhalten einer Vereinbarung, Vertrages, Übereinkunft

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van breaking-off