Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Zoek: interjection

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: interjection

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

interjection:
- utrop; interjektion
- inpass; utropsord
Wiktionary:
- interjection → interjektion, inpass, inlägg

Engels

Uitgebreide vertaling voor interjection (Engels) in het Zweeds

interjection:

interjection [the ~] zelfstandig naamwoord

the interjection
utrop; interjektion
- utrop [-ett] zelfstandig naamwoord
- interjektion [-en] zelfstandig naamwoord

interjection

interjection (remark)
inpass
- inpass
interjection
utropsord
- utropsord

Vertaal Matrix voor interjection:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
interjektion	interjection
utrop	interjection
-	ejaculation; interpellation; interpolation; interposition
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inpass	interjection; remark
utropsord	interjection

Verwante woorden van "interjection":

interjections

Synoniemen voor "interjection":

ejaculation; exclamation; exclaiming
interposition; interpolation; interpellation; break; interruption; disruption; gap

Verwante definities voor "interjection":

the action of interjecting or interposing an action or remark that interrupts¹
an abrupt emphatic exclamation expressing emotion¹

Wiktionary: interjection

Cross Translation:

From	To	Via
• interjection	→ interjektion	↔ tussenwerpsel — een uitroep, een woord, een frase of een zin die een expressie van emotie is
• interjection	→ inpass; inlägg	↔ Einwurf — (spontane) Zwischenbemerkung bei einer Diskussion
• interjection	→ interjektion	↔ Empfindungswort — Linguistik: deutsche Bezeichnung für Interjektion
• interjection	→ interjektion	↔ Interjektion — Linguistik, speziell Grammatik: Wort aus der Wortklasse, zu der Gefühlsausdrücke wie oh, ah, äh und so weiter gehören

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University