Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. futility:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor futility (Engels) in het Zweeds

futility:

futility [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the futility (small matter; trifle; small thing; small affair; something unimportant)
    bagatell; futtighet; småsak
  2. the futility (bagatelle; trifle; a piece of cake; )
    bagatell

futility

  1. futility

Vertaal Matrix voor futility:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bagatell a piece of cake; bagatelle; child's play; futility; small affair; small matter; small thing; something unimportant; trifle
futtighet futility; small affair; small matter; small thing; something unimportant; trifle
småsak futility; small affair; small matter; small thing; something unimportant; trifle banality; detail; secondary importance; side issue; trifle; triteness; triviality
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
futilitet futility

Synoniemen voor "futility":


Verwante definities voor "futility":

  1. uselessness as a consequence of having no practical result1

Wiktionary: futility

futility
noun
  1. quality of being futile