Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Zoek: plank

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: plank

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

plank:
- bräda; planka; hylla
Wiktionary:
- plank → planka, programpunkt
- plank → bräda, planka, golvplanka, golvbräda, bräde, plank, tilja

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

plank:
- deals; planking
Wiktionary:
- plank → plank, wainscot, banner, board, patch, plate, shelf

Engels

Uitgebreide vertaling voor plank (Engels) in het Zweeds

plank:

plank [the ~] zelfstandig naamwoord

the plank (shelf; shelve; board)
bräda; planka; hylla
- bräda [-en] zelfstandig naamwoord
- planka [-en] zelfstandig naamwoord
- hylla [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plank:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bräda	board; plank; shelf; shelve	board; shelf
hylla	board; plank; shelf; shelve	board; rack; shelf
planka	board; plank; shelf; shelve
-	board
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hylla		give an ovation; honor; honour
-	flump; plank over; plonk; plop; plump; plump down; plunk; plunk down
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bräda		board; deal

Verwante woorden van "plank":

planks

Synoniemen voor "plank":

board; lumber; timber
policy
plank over; cover
flump; plonk; plop; plunk; plump down; plunk down; plump; set down; put down; place down
serve; serve up; dish out; dish up; dish

Verwante definities voor "plank":

an endorsed policy in the platform of a political party¹
a stout length of sawn timber; made in a wide variety of sizes and used for many purposes¹
cook and serve on a plank¹
cover with planks¹
- The streets were planked¹
set (something or oneself) down with or as if with a noise¹
- He planked the money on the table¹
- He planked himself into the sofa¹

Wiktionary: plank

plank

noun

long, broad and thick piece of timber
- plank → planka
political issue
- plank → programpunkt

Cross Translation:

From	To	Via
• plank	→ bräda	↔ Brett — ein längliches, gleichmäßig und in Wuchsrichtung zugeschnittenes Stück Holz, welches um ein Mehrfaches länger als Höhe und Breite ist
• plank	→ planka; golvplanka; golvbräda	↔ Diele — Singular selten gebräuchlich: ein langes, schmales, 12 bis 35 Millimeter starkes hölzernes Brett, welches als Fußbodenbelag und als Verschalung dientLit-Adolphs: Wörterbuch der deutschen Sprache\|J=2005, Seite 331.
• plank	→ bräde; plank; tilja	↔ panneau — Petit pan.
• plank	→ plank; bräde; tilja	↔ planche — ais de bois, mince et long

Verwante vertalingen van plank

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor plank (Zweeds) in het Engels

plank:

plank

plank
deals; planking
- deals
- planking

Vertaal Matrix voor plank:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
planking		plattform
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
deals	plank
planking	plank

Synoniemen voor "plank":

staket

Wiktionary: plank

Cross Translation:

From	To	Via
• plank	→ plank; wainscot; banner	↔ panneau — Petit pan.
• plank	→ board; plank; patch; plate; shelf	↔ planche — ais de bois, mince et long

Verwante vertalingen van plank

plank feber

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University