Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. workshy:
  2. work-shy:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor workshy (Engels) in het Nederlands

workshy:

workshy bijvoeglijk naamwoord

  1. workshy (lazy; slack; idle; slow)
    lui; werkschuw; traag
    • lui bijvoeglijk naamwoord
    • werkschuw bijvoeglijk naamwoord
    • traag bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor workshy:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lui folks; people
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lui idle; lazy; slack; slow; workshy bearing no interests; idle
traag idle; lazy; slack; slow; workshy dawdling; dilatory; dragging; hesitating; languid; lazy; lingering; listless; slow; sluggish; tardy; wavering
werkschuw idle; lazy; slack; slow; workshy

Wiktionary: workshy

workshy
adjective
  1. disinclined to work

work-shy:

work-shy [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the work-shy
    arbeidsschuw

Vertaal Matrix voor work-shy:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbeidsschuw work-shy
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- faineant; indolent; lazy; otiose; slothful

Synoniemen voor "work-shy":


Verwante definities voor "work-shy":

  1. disinclined to work or exertion1
    • the unemployed are not necessarily work-shy1