Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. woodwork:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor woodwork (Engels) in het Nederlands

woodwork:

woodwork [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the woodwork (carpentry; timberwork; piece of carpentry; piece of woodwork)
    het houtwerk; het timmerwerk
  2. the woodwork (woodworking; carpentry)
    de houtbewerking; houtarbeid

Vertaal Matrix voor woodwork:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
houtarbeid carpentry; woodwork; woodworking
houtbewerking carpentry; woodwork; woodworking
houtwerk carpentry; piece of carpentry; piece of woodwork; timberwork; woodwork
timmerwerk carpentry; piece of carpentry; piece of woodwork; timberwork; woodwork
- carpentry; woodworking

Synoniemen voor "woodwork":


Verwante definities voor "woodwork":

  1. the craft of a carpenter: making things out of wood1
  2. work made of wood; especially moldings or stairways or furniture1

Wiktionary: woodwork


Cross Translation:
FromToVia
woodwork schrijnwerk; houtbewerking menuiserieatelier où travaille le menuisier.

Verwante vertalingen van woodwork