Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. thatcher:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor thatcher (Engels) in het Nederlands

thatcher:

thatcher [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the thatcher (reed-tatcher)
    de rietdekker
  2. the thatcher
    de strodekker

Vertaal Matrix voor thatcher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rietdekker reed-tatcher; thatcher
strodekker thatcher

Synoniemen voor "thatcher":

  • Thatcher; Margaret Thatcher; Margaret Hilda Thatcher; Baroness Thatcher of Kesteven; Iron Lady; stateswoman
  • roofer

Verwante definities voor "thatcher":

  1. someone skilled in making a roof from plant stalks or foliage1

Wiktionary: thatcher

thatcher
noun
  1. person who installs thatch

Thatcher:


Vertaal Matrix voor Thatcher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Baroness Thatcher of Kesteven; Iron Lady; Margaret Hilda Thatcher; Margaret Thatcher

Verwante definities voor "Thatcher":

  1. British stateswoman; first woman to serve as Prime Minister (born in 1925)1