Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- slide:
- Wiktionary:
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
-
slide:
-
Wiktionary:
slide → slide
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor slide (Engels) in het Nederlands
slide:
Conjugations for slide:
present
- slide
- slide
- slides
- slide
- slide
- slide
simple past
- slid
- slid
- slid
- slid
- slid
- slid
present perfect
- have slid
- have slid
- has slid
- have slid
- have slid
- have slid
past continuous
- was sliding
- were sliding
- was sliding
- were sliding
- were sliding
- were sliding
future
- shall slide
- will slide
- will slide
- shall slide
- will slide
- will slide
continuous present
- am sliding
- are sliding
- is sliding
- are sliding
- are sliding
- are sliding
subjunctive
- be slid
- be slid
- be slid
- be slid
- be slid
- be slid
diverse
- slide!
- let's slide!
- slid
- sliding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the slide
-
the slide (transparency)
-
the slide (roller coaster; big dipper)
-
the slide (chute)
-
the slide (roller-coaster; gliding track; chute)
de roetsjbaan
Vertaal Matrix voor slide:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dia | slide; transparency | |
glijbaan | big dipper; chute; roller coaster; slide | |
glijplank | chute; slide | |
roetsjbaan | big dipper; chute; gliding track; roller coaster; roller-coaster; slide | |
slippen | skidding; slipping | |
uitglijden | skidding; slipping; slipping away | |
- | chute; coast; glide; lantern slide; microscope slide; playground slide; slideway; sliding board; sloping trough; swoop | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
glijden | slide; whizz | slip |
roetsjen | slide; whizz | |
slippen | glide; skid; skim; slide; slip; slip up; slither | delay; fall flat; fall over; postpone; slip; topple over; trip |
uitglijden | glide; skid; skim; slide; slip; slip up; slither | delay; fall flat; fall over; postpone; slip; topple over; trip |
- | skid; slew; slip; slither; slue | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | avelanche; down pipe; flashing; glide; guide; gutter pipe; landslide; rain pipe; skid; sliding; slip; transparency |
Verwante woorden van "slide":
Synoniemen voor "slide":
Verwante definities voor "slide":
Wiktionary: slide
slide
Cross Translation:
verb
slide
-
to cause to move in contact with a surface
-
to move in continuous contact with a surface
- slide → glijden
-
to move with low friction
- slide → glijden
-
to lose balance
- slide → uitglijden
verb
-
met geringe wrijving gericht voortschuiven
-
over de grond verplaatsen
-
folie uit plastiek waarop tekst, figuren en foto's worden aangebracht ter ondersteuning van een spreekbeurt of presentatie
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• slide | → glibberen; glijden; glippen; schuiven; uitglijden | ↔ glisser — Se mettre en mouvement, comme couler sur une surface lisse ou le long d’un autre corps. |
• slide | → schuif; schuifklep | ↔ glissière — arts|fr rainure pratiquer dans un mécanisme pour le glissement d’une de ses pièces. |
• slide | → glijbaan | ↔ glissoire — chemin frayer sur la glace pour y glisser par amusement. |
• slide | → glijbaan; schuifaf | ↔ toboggan — Jeu pour enfants |