Overzicht
Engels
Uitgebreide vertaling voor shawl (Engels) in het Nederlands
shawl:
Vertaal Matrix voor shawl:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
das | scarf; shawl; tie; wrap | badger; knotted tie; necktie; tie |
haardoek | headcloth; headscarf; shawl | |
halsdoek | scarf; shawl; tie; wrap | scarf |
hoofddoek | headcloth; headscarf; shawl | turban |
omslagdoek | kerchief; shawl; wrap | |
shawl | kerchief; scarf; shawl; tie; wrap | |
sjaal | kerchief; scarf; shawl; tie; wrap |
Verwante woorden van "shawl":
Synoniemen voor "shawl":
Verwante definities voor "shawl":
Verwante vertalingen van shawl
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor shawl (Nederlands) in het Engels
shawl:
Vertaal Matrix voor shawl:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kerchief | omslagdoek; shawl; sjaal | |
scarf | das; halsdoek; shawl; sjaal | bandana; halsdoek |
shawl | das; halsdoek; omslagdoek; shawl; sjaal | haardoek; hoofddoek |
tie | das; halsdoek; shawl; sjaal | das; handenbinder; handenbindertje; knopen; stropdas |
wrap | das; halsdoek; omslagdoek; shawl; sjaal | wrap |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tie | aan elkaar binden; aan elkaar knopen; aaneenbinden; binden; dichtrijgen; dichtsnoeren; in de val laten lopen; knevelen; knopen; rijgen; samenbinden; strikken; vastbinden; vastketenen; vastkluisteren; vastknopen; vastleggen; vastmaken; vastsjorren; verbinden | |
wrap | bedekken; bemantelen; emballeren; hullen; inhullen; inpakken; inwikkelen; maskeren; omhullen; verhullen; verpakken; versluieren |