Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- scalp:
-
Wiktionary:
- scalper → iemand die toegangskaarten meestal duur doorverkoopt
- scalp → kruin
Engels
Uitgebreide vertaling voor scalper (Engels) in het Nederlands
scalp:
-
the scalp
-
the scalp (trophy)
-
to scalp
scalperen; van scalp beroven; van scalp ontdoen-
van scalp beroven werkwoord (beroof van scalp, berooft van scalp, beroofde van scalp, beroofden van scalp, van scalp beroofd)
-
van scalp ontdoen werkwoord (ontdoe van scalp, ontdoet van scalp, ontdeed van scalp, ontdeden van scalp, van scalp ontdaan)
Conjugations for scalp:
present
- scalp
- scalp
- scalps
- scalp
- scalp
- scalp
simple past
- scalped
- scalped
- scalped
- scalped
- scalped
- scalped
present perfect
- have scalped
- have scalped
- has scalped
- have scalped
- have scalped
- have scalped
past continuous
- was scalping
- were scalping
- was scalping
- were scalping
- were scalping
- were scalping
future
- shall scalp
- will scalp
- will scalp
- shall scalp
- will scalp
- will scalp
continuous present
- am scalping
- are scalping
- is scalping
- are scalping
- are scalping
- are scalping
subjunctive
- be scalped
- be scalped
- be scalped
- be scalped
- be scalped
- be scalped
diverse
- scalp!
- let's scalp!
- scalped
- scalping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor scalp:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
scalp | scalp | |
zegeteken | scalp; trophy | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
scalperen | scalp | |
van scalp beroven | scalp | |
van scalp ontdoen | scalp |
Verwante woorden van "scalp":
Synoniemen voor "scalp":
Verwante definities voor "scalp":
scalper:
Synoniemen voor "scalper":
Verwante definities voor "scalper":
Wiktionary: scalper
scalper
noun
-
one who sells tickets unofficially