Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- procrastinate:
-
Wiktionary:
- procrastinate → uitstellen, voor zich uitschuiven
- procrastinate → aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven, vertragen, achteruitlopen, terugdeinzen, teruggaan, achteruitgaan, terrein verliezen, teruglopen, verlopen, toegeven, afstaan, wijken
Engels
Uitgebreide vertaling voor procrastinate (Engels) in het Nederlands
procrastinate:
Conjugations for procrastinate:
present
- procrastinate
- procrastinate
- procrastinates
- procrastinate
- procrastinate
- procrastinate
simple past
- procrastinated
- procrastinated
- procrastinated
- procrastinated
- procrastinated
- procrastinated
present perfect
- have procrastinated
- have procrastinated
- has procrastinated
- have procrastinated
- have procrastinated
- have procrastinated
past continuous
- was procrastinating
- were procrastinating
- was procrastinating
- were procrastinating
- were procrastinating
- were procrastinating
future
- shall procrastinate
- will procrastinate
- will procrastinate
- shall procrastinate
- will procrastinate
- will procrastinate
continuous present
- am procrastinating
- are procrastinating
- is procrastinating
- are procrastinating
- are procrastinating
- are procrastinating
subjunctive
- be procrastinated
- be procrastinated
- be procrastinated
- be procrastinated
- be procrastinated
- be procrastinated
diverse
- procrastinate!
- let's procrastinate!
- procrastinated
- procrastinating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor procrastinate:
Verwante woorden van "procrastinate":
Synoniemen voor "procrastinate":
Verwante definities voor "procrastinate":
Wiktionary: procrastinate
procrastinate
Cross Translation:
verb
-
put off; to delay taking action
- procrastinate → uitstellen; voor zich uitschuiven
-
put off; delay something
- procrastinate → uitstellen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• procrastinate | → aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven | ↔ ajourner — remettre à un autre jour. |
• procrastinate | → vertragen; uitstellen | ↔ atermoyer — commerce|fr (vieilli) reculer les termes d’un paiement. |
• procrastinate | → achteruitlopen; terugdeinzen; teruggaan; achteruitgaan; terrein verliezen; teruglopen; verlopen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven; toegeven; afstaan; wijken | ↔ reculer — tirer ou pousser un objet en arrière. |
• procrastinate | → uitstellen | ↔ renvoyer — Remettre à plus tard |
• procrastinate | → vertragen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven | ↔ retarder — différer, temporiser. |