Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. paralysis:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor paralysis (Engels) in het Nederlands

paralysis:

paralysis [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the paralysis
    de verlamming; de lamheid; de verlamdheid
  2. the paralysis (palsy; lameness; paralytic seizure)
    de kreupelheid; lamlegging

Vertaal Matrix voor paralysis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kreupelheid lameness; palsy; paralysis; paralytic seizure crippledness; lameness
lamheid paralysis
lamlegging lameness; palsy; paralysis; paralytic seizure
verlamdheid paralysis
verlamming paralysis
- palsy

Verwante woorden van "paralysis":

  • paralyses

Synoniemen voor "paralysis":

  • palsy; dysfunction; disfunction

Verwante definities voor "paralysis":

  1. loss of the ability to move a body part1

Wiktionary: paralysis

paralysis
noun
  1. loss of muscle control
paralysis
noun
  1. een toestand waarin men zich niet bewegen kan
  2. toestand waarin men niet is staat is zich te bewegen

Cross Translation:
FromToVia
paralysis verlamming LähmungMedizin: anteiliger oder kompletter Funktionsverlust eines Körperteils oder OrgansystemWikipedia|Lähmung|oldid=112339017
paralysis paralyse PlegieMedizin: eine vollständige Lähmung der Skelettmuskeln

Verwante vertalingen van paralysis