Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- obedient:
-
Wiktionary:
- obediently → gehoorzaam
- obedient → gehoorzaam, gewillig, willig
- obedient → gedwee, gehoorzaam, gewillig, mak, tam, volgzaam
Engels
Uitgebreide vertaling voor obediently (Engels) in het Nederlands
obediently:
Vertaal Matrix voor obediently:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | yieldingly |
Synoniemen voor "obediently":
Antoniemen van "obediently":
Verwante definities voor "obediently":
Wiktionary: obediently
obediently
adverb
-
in an obedient manner
- obediently → gehoorzaam
obedient:
-
obedient (submissive; docile; servient; willing; cooperative; tractable)
gehoorzaam-
gehoorzaam bijvoeglijk naamwoord
-
-
obedient (submissive; docile; meek)
volgzaam; dienstbaar; slaafs; gedienstig-
volgzaam bijvoeglijk naamwoord
-
dienstbaar bijvoeglijk naamwoord
-
slaafs bijvoeglijk naamwoord
-
gedienstig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor obedient:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dienstbaar | docile; meek; obedient; submissive | obliging; servient; tractable; willing |
gedienstig | docile; meek; obedient; submissive | assistent; attentive; complaisant; considerate; helpful; obliging |
gehoorzaam | cooperative; docile; obedient; servient; submissive; tractable; willing | |
slaafs | docile; meek; obedient; submissive | fawning; humble; obsequious; servile; slavishly; submissive |
volgzaam | docile; meek; obedient; submissive | amenable; docile; humble; malleable; meek; pliable; slavishly; submissive |
Verwante woorden van "obedient":
Synoniemen voor "obedient":
Antoniemen van "obedient":
Verwante definities voor "obedient":
Wiktionary: obedient
obedient
Cross Translation:
adjective
obedient
-
willing to comply with the commands
- obedient → gehoorzaam
adjective
-
bereid gehoor te geven aan regels of bevelen
-
bereidwillig, gehoorzaam
-
volgzaam, bereid, gehoorzaam
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• obedient | → gedwee; gehoorzaam; gewillig; mak; tam; volgzaam | ↔ obéissant — Qui obéir. |